M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest
Competentie statement
Leerdoelen
Hoofdstuk 23 - Trainings evaluatie
De leerling zal in staat zijn de basis bewakingsfuncties uit te voeren.
De volgende doelstellingen verschaffen bewijs over het minimaal te bereiken doel
t.a.v. bovenstaand competentie niveau. De leerling zal in staat moeten zijn om:
1. De componenten van de foetale monitor te benoemen en aan te wijzen.
2. Een snelle test op de monitor uit te voeren.
3. Een transducer te controleren.
4. Het recorder papier te laden en door te voeren.
5. De ultrasound (US) transducers te herkennen en te testen.
6. Het volume van de foetale hartslag in te stellen.
7. De FHF offset bij tweelingen bewaking in te stellen.
8. De toco transducer te herkennen an aan te sluiten.
9. De intra-uterine druk (IUP) catheter aan te sluiten.
10. Aan te geven welk materiaal nodig is voor de beschikbare maternale vitale
waarden bewaking en daatoe benodigde kables aan te sluiten.
11. De verschilleden soorten maternale alarmet te herkennen en eventuele
alarmen stil te zetten.
12. Uit te leggen wat het foetale bewegingen overzicht inhoudt en dit te kunnen
activeren.
13. De klok in te stellen en de batterij te vervangen.
14. De aritmie logica uit te zetten.
15. Het symbool voor kruiscorrelatie verificatie dat op het recorder papier kan
verschijnen te herkennen.
16. Een voorval te markeren.
Trainings evaluatie
23
215