Alarm
Alarmgrenzen
Alarmen triggeren
Alarmen bevestigen
Hoofdstuk 9 - Foetale puls-oximetrie
De monitor laat een "pieptoon" horen en de saturatiewaarde gaat
knipperen.
FSpO
beschikt over twee alarmcriteria, die u alleen kunt veranderen als
2
er een patiëntmodule op de monitor is aangesloten. Als u een alarmgrens
verandert, wordt deze door de monitor "onthouden", ook nadat u de
stroom uitschakelt. De twee alarmgrenzen zijn:
•
Saturatie-alarmniveau
Het alarm gaat af als het percentage foetale zuurstofsaturatie onder
deze grens zakt. De uitgangswaarde is 30%.
•
Vertragingsalarm
Dit is de tijd gedurende welke de foetale zuurstofsaturatie op of
onder de saturatiegrens moet liggen voordat het alarm afgaat. De
uitgangsinstelling is één minuut.
Als u de batterij van de monitor vervangt, worden de alarmgrenzen
teruggezet op de oorspronkelijke instellingen.
Een alarm wordt alleen getriggerd als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
•
Het FSpO
alarm moet ingeschakeld zijn en
2
•
Het saturatiepercentage moet onder het saturatie-alarmniveau
vallen gedurende de tijd die is opgegeven voor het vertragingsalarm.
Druk op de bevestigingsknop op de recorder of op de gele knop op het
maternale display om een FSpO
alarm te bevestigen.
2
Alarm
85