M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest
220
14. a. Als het systeem detecteert dat ultrasound transducers dezelfde hartactie
oppikken (kruiscorrelatie verificatie), welk symbool wordt dan op de
registratie afgedrukt? ___________________________________
b. Wat moet u doen als kruiscorrelatie gedetecteerd is?
________________________________________________
c. U dient periodiek moeders pols te vergelijken met het signaal dat door de
monitor van de foetale hartslag komt om er zeker van te zijn dat u foetale
hartfrequentie registreert.
15. a. Nul de externe toco transducer.
b. Welke indicatie op de registratiecurve toont aan dat u met een externe
toco transducer werkt? ____________________________________
16. a. Nul de interne uterine druk (IUP) catheter.
b. Welke warde wordt weergegeven?
_________________________________
17. a. De knop om de klok in te stellen bevindt zich:
_______________________.
b. De batterijen houden de klok gaande als het apparaat uit staat. De plaats
van de batterijen is _______________________________________
18. a. Zet de Non Stress Test timer (NST) op 20 minuten.
b. Wat gebeurd er als de tijd om is (kies alles wat van toepassing is)
A. Auditief signaal.
B. Recorder start een nieuwe registratie voor weer 20 minuten.
C. Recorder stopt loopt naar de volgende papier perforatie (indien
daarvoor ingesteld).
D. De foetale monitor schakelt uit.
(vraag 19 alleen voor monitors die buiten de U.S.A. gekocht zijn)
19. a. Zet het hoge foetale hartfrequentie alarm op 160 s.p.m.
b. Met welke knop zet u het alarm stil?
______________________________
Waar of
Niet.
Hoofdstuk 23 - Trainings evaluatie