WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
A
É
C o n t r o l e l a m p j e
voorverwarming(dieselmotor)
Met contact aan, moet het oplichten. Het
geeft aan dat voorverwarmingsstiften
werken.
Het dooft als de voorverwarming klaar is. De
motor kan starten.
(4/4)
Φ
Controlelampjes
heidsregelaar en snel-
heidsbegrenzer
Raadpleeg de paragrafen "Snelheids-
regelaar" en "Snelheidsbegrenzer" in hoofd-
stuk 2.
Waarschuwingslampje motor
op stand-by
Raadpleeg de paragraaf "Functie Stop and
Start" in hoofdstuk 2.
2
Waarschuwingslampje geopend(e)
portier(en)
Controlelampe ECO-modus
Dit gaat branden wanneer de
ECO-modus wordt geactiveerd.
Raadpleeg de paragraaf "Zuinig rijden" in
hoofdstuk 2.
Niet in gebruik.
Š‰
snel-
Controlelampje voor brandstof-
besparing
Ze lichten op om u te adviseren naar een
hogere versnelling (pijl omhoog) of lagere
versnelling (pijl omlaag) te schakelen.
1.51