pARKEERHULp
(1/2)
De werking van het systeem
Ultrasoondetectoren die, afhankelijk van de
auto, in de achterbumper van de auto inge-
bouwd zijn, "meten" de afstand tussen de
auto en een obstakel.
Deze meting vertaalt zich in geluidssignalen
waarvan de frequentie toeneemt naarmate
het obstakel dichterbij komt, totdat het een
continu geluid wordt als het obstakel onge-
veer 30 cm van de auto verwijderd is.
NB: zorg ervoor dat de ultrasoondetectoren
niet bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw enz.).
Deze functie is een extra hulp die door middel van geluidssignalen de afstand
tussen de auto en een obstakel aangeeft bij een manoeuvre.
Deze functie kan in geen enkel geval de oplettendheid en verantwoordelijkheid
van de bestuurder vervangen bij het manoeuvreren.
De bestuurder moet altijd op zijn hoede blijven voor plotselinge gebeurtenissen die tijdens
het rijden zich kunnen voordoen: let dus altijd op of er een bewegend obstakels is (zoals
een kind, dier, kinderwagen, fiets) of een te klein of smal obstakel (grote steen, dun paaltje)
tijdens de manoeuvre.
2.32
1
NB: afhankelijk van de auto kan op het
scherm 1 de omgeving van de auto worden
weergegeven als aanvulling op de geluids-
signalen.
Werking
Bij het inschakelen van de achteruitversnel-
ling, detecteert het systeem de meeste voor-
werpen die zich op minder dan ongeveer
1,20 meter van de achterkant van de auto
bevinden, er klinkt een piep en, afhankelijk
van de auto, het display 1 licht op.