3.
U kunt een nieuwe substraatvoorinstelling maken als u niet tevreden bent over de resultaten. Zie
nieuwe substraatvoorinstelling maken op pagina
4.
Kopieer een algemene voorinstelling (of de voorinstelling verkregen via de wizard Nieuwe substraat
toevoegen) en pas de instellingen handmatig aan als u volledige controle over uw voorinstelling wilt. Zie
Een substraatvoorinstelling bewerken op pagina
gebruikers.
Een nieuwe substraatvoorinstelling maken
Als u een nieuwe substraatvoorinstelling wilt maken, moet u een bestaand substraat klonen en vervolgens
bewerken. Klik in Internal Print Server op Substrate (Substraat) > Clone (Klonen).
Kies in het venster Clone substrate (Substraat klonen) het substraat dat u wilt klonen en kies een nieuwe naam
voor de kloon.
OPMERKING:
Vervolgens kunt u de nieuwe voorinstelling bewerken die u hebt gemaakt: zie
bewerken op pagina
Als u een nieuwe substraatvoorinstelling wilt maken met hetzelfde transferpapier, maar met een andere stof,
selecteert u het categoriepapier en selecteert u het substraat voor het transferpapier dat u gebruikt. U wordt
aangeraden de naam van het transferpapier niet te wijzigen. Als u deze naam wijzigt, worden de eigenschappen
van het substraat niet gedeeld.
Als u een nieuwe substraatvoorinstelling wilt maken met ander transferpapier, wijzigt u de naam van het
transferpapier, zodat de substraateigenschappen niet worden gedeeld.
OPMERKING:
stof maakt, moet u de substraatdoorvoer kalibreren (zie
In de algemene voorinstellingen voor direct op stof afdrukken is een gemiddelde temperatuur ingesteld voor de
contactverwarming. Zoals bij andere instellingen, kan deze temperatuur worden aangepast.
NLWW
U kunt alleen generieke substraten klonen. Klonen kunnen niet worden gekloond.
54.
Als u een nieuwe substraatvoorinstelling voor een nieuw transferpapier of direct afdrukken op
53.
54. Dit wordt alleen aanbevolen voor geavanceerde
Een substraatvoorinstelling
Substraatdoorvoer kalibreren op pagina
Een nieuwe substraatvoorinstelling maken
Een
104).
53