OPMERKING:
U kunt de diagnostische plot gebruiken om de printkopuitlijning te controleren en daarna de
waarden af te stemmen, door de instructies op de diagnostische plot op te volgen. Als het substraat
vergelijkbaar is met het substraat dat u reeds gebruikt, kunt u ook alleen de diagnostische plot afdrukken (veel
sneller dan het uitlijnen van de printkop) en de waarden in de Internal Print Server afstemmen.
BELANGRIJK:
De diagnostische plot is niet bedoeld om automatische printkopuitlijning te verfijnen; in dat geval
wordt de diagnostische plot alleen gebruikt om de uitlijning van de printkop te controleren.
De plot voor de handmatige printkopuitlijning wordt gebruikt om de juiste uitlijning van de printkoppen te
controleren en waar nodig bij te stellen.
De afbeelding bevat ingebouwde aanwijzers die laten zien hoe correcties moeten worden toegepast. De pijlen
geven aan in welke richting het patroon zich zal verplaatsen wanneer een correctie wordt toegepast.
Om correcties toe te passen, wijzigt u de handmatige uitlijningswaarde voor de aangegeven letter. In het
voorbeeld hieronder is de waarde A enigszins onjuist uitgelijnd en kan worden gecorrigeerd door de waarde te
verhogen om de cyaan lijn naar rechts te verplaatsen. Correcties in alfabetische volgorde uitvoeren (A t/m V)
De volgende afbeelding toont een voorbeeld van de diagnostische plot. Elk onderdeel is beschreven volgens de
terminologie van de handmatige uitlijning.
NLWW
Mogelijke problemen met printkopuitlijning
97