Mors geen vloeistof op de printer. Zorg ervoor dat na het reinigen alle componenten droog zijn voordat de
●
printer weer wordt gebruikt.
Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten. Gebruik de printer
●
niet in een omgeving met explosiegevaar.
Blokkeer of bedek de openingen van de printer niet.
●
Probeer geen aanpassingen aan te brengen aan de droogmodule, de contactverwarming of de e-kast.
●
Zorg ervoor dat de door de fabrikant aanbevolen bedrijfstemperatuur van het substraat niet wordt
●
overschreden. Raadpleeg de fabrikant indien deze informatie niet beschikbaar is. Laad geen substraten die
niet kunnen worden gebruikt bij een bedrijfstemperatuur boven 125 °C.
Plaats geen substraten met ontbrandingstemperaturen van minder dan 250 °C. Zie opmerking hieronder.
●
Geen ontstekingsbronnen in de nabijheid van het substraat.
OPMERKING:
materiaalsamenstellingen bij blootstelling aan een stralingshittebron, methode B. De testomstandigheden
om de temperatuur te bepalen waarop het substraat begint met ontsteken (vlam of gloed) waren:
Warmtestroomdichtheid: 30 kW/m², kopercalorimeter, K type thermokoppel.
Goed onderhoud en originele verbruiksartikelen van HP zijn vereist om ervoor te zorgen dat de printer goed
●
werkt volgens het ontwerp. Als u onderdelen en toebehoren van andere fabrikanten gebruikt
(schuimstoffen, filters, printkopreinigingsrollen en inkt), kan dit brandgevaar opleveren.
De reeks steunen, de straal en behuizing van de led kunnen erg warm worden. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden:
Wees extra voorzichtig met zones die zijn gemarkeerd met waarschuwingslabels.
●
Plaats geen objecten over de reeks ondersteuningen, de straal en de behuizing van de led.
●
Mors geen vloeistof op het accessoire. Zorg ervoor dat na het reinigen alle componenten droog zijn voordat
●
de printer wordt gebruikt.
Probeer de reeks ondersteuningen, straal en behuizingen van de led niet aan te passen.
●
Mechanisch gevaar
De printer heeft bewegende delen die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om persoonlijk letsel te voorkomen wanneer u dicht bij de printer werkt:
Houd kleding en alle lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen van de printer.
●
Draag geen halskettingen, armbanden en andere hangende voorwerpen.
●
Als uw haar lang is, probeer dit dan vast te zetten zodat het niet in de printer terecht kan komen.
●
Zorg ervoor dat mouwen of handschoenen niet vast komen te zitten in de bewegende delen van de printer.
●
Sta niet te dicht bij de ventilatoren, dit kan persoonlijk letsel veroorzaken en de afdrukkwaliteit beïnvloeden
●
(door het blokkeren van de luchtstroom).
Raak aandrijvingen of bewegende rollen niet aan tijdens het afdrukken.
●
Gebruik de printer niet zonder kleppen.
●
NLWW
Testmethode gebaseerd op EN ISO 6942:2002; Evaluatie van materialen en
Veiligheidsmaatregelen
5