2.
Klik op Print test plot (Testplot afdrukken). Als de media geen bijgewerkte kleurkalibratiereferentie hebben,
wordt er automatisch een uitgevoerd. Met de testplot worden alle beschikbare inktdichtheden voor het
geselecteerde aantal doorgangen afgedrukt.
Elke inktdensiteit bestaat uit 3 groepen: op één groep is er de uitvloeicontrole, de kleurverzadigingscontrole
en de instructies, en op de andere twee de profieldoelgrafiek. Deze twee profieldoelgrafieken moeten
worden gescand met een spectrofotometer.
3.
Beoordeel of het substraat droog genoeg is zodra de plot is voltooid. Als het acceptabel is, gaat u door naar
de volgende stap; zo niet, dan verhoogt u de luchttemperatuur, de drooginstellingen en het aantal
doorgangen en klikt u op. Print test plot (Testplot afdrukken). Herhaal deze stap als u niet tevreden bent
met het plotresultaat.
4.
Neem de plot naar de Kalander en volg de instructies in de plot.
5.
Ga terug naar het IPS-venster van het substraatprofiel en kies de combinatie van het aantal doorgangen,
de inktdensiteit en de drooginstellingen die het best bij uw toepassing passen en druk op Doorgaan
(Continue). Als de nieuwe afdrukmodus niet bestaat, wordt een venster geopend om de naam in te stellen.
Als deze al is gemaakt, wordt u geïnformeerd dat u moet klikken op Voltooien (Finish) en naar de volgende
stap gaan.
NLWW
Kleurprofielen 103