Advertenties
Gegevens opslaan op het opslagapparaat
De opslagmodus instellen (alleen voor bewakingsmodus)
OPMERKING
De opslagtijd varieert afhankelijk van het volume
van de parametergegevens van de patiënt.
Wanneer er 240 uur lang gegevens voor één
patiënt zijn opgeslagen, wordt er een nieuwe map
voor continue gegevensopslag aangemaakt op de
monitor.
Zie het gedeelte Gegevensbeheer voor meer
informatie over het gegevensvolume in elke
werkmodus.
Een opslagapparaat selecteren
Om het opslagapparaat te configureren, selecteert
u Menu > Systeeminstellingen > Opslag >
Opslagapparaat, en kiest u het gewenste
opslagmedium uit de pop-uplijst.
In de afdelingsrondemodus of de steekproefmodus
is de vaste instelling voor Opslagapparaat Intern
opslagapparaat.
OPMERKING
Als de opslagruimte van het systeem in de
afdelingsrondemodus of de steekproefmodus
<200 M is, wordt er een prompt weergegeven. Als
u gegevens normaal wilt opslaan, dient u op tijd
ruimte vrij te maken.
In de bewakingsmodus kunnen Intern
opslagapparaat (standaard) en Verwisselbaar
apparaat worden geselecteerd. Als Verwisselbaar
apparaat wordt geselecteerd, kan de gebruiker
gegevensopslag uitvoeren na het invoeren van het
wachtwoord voor Gebruikersonderhoud.
148
Wanneer de gegevens het maximum hebben
bereikt, kan de gebruiker kiezen voor Doorgaan
met opslaan (standaard) of Stoppen met opslaan
door Menu > Systeeminstellingen > Opslag >
Als het geheugen vol is te selecteren.
Als Doorgaan met opslaan wordt geselecteerd,
worden de oudste gegevens overschreven door de
meest recente gegevens zodra de gegevensopslag
vol is.
Als Stoppen met opslaan wordt geselecteerd,
stopt de monitor met het opslaan van gegevens en
kunnen de meest recente gegevens niet worden
opgeslagen wanneer de maximale opslagcapaciteit
voor gegevens wordt bereikt.
Wanneer Intern opslagapparaat wordt
geselecteerd als het opslagmedium, indien
geconfigureerd, verandert de naam van het
opslagapparaat automatisch in Intern
opslagapparaat. De gebruiker kan selecteren welke
van de aangesloten verwisselbare apparaten actief
moet zijn door Menu > Systeeminstellingen >
Opslag > Opslagapparaat te selecteren en de
naam van het apparaat te kiezen in de lijst.
Klik op Afsluiten als u klaar bent met het
configureren van het juiste opslagapparaat. Als het
opslaan van gegevens op het opslagapparaat is
gestart, wordt dit aangegeven op de monitor met
het symbool
. Als er niet voldoende ruimte op
het opslagapparaat is, als er alleen gegevens van
het opslagapparaat kunnen worden gelezen of als
het opslagapparaat beschadigd is, wordt het
symbool
weergegeven.
In de volgende situaties stopt de monitor met het
opslaan van gegevens op het opslagapparaat:
Gebruiksaanwijzing Vista 120 SC SW 1.n
Advertenties
Hoofdstukken
