Advertenties
1 Om een isolatiekamer/sonde-eenheid te
verwijderen of te vervangen, pakt u de
isolatiekamer aan beide kanten vast, zoals hier
wordt weergegeven.
2 Druk de vergrendelingen naar binnen en schuif
de isolatiekamer omhoog om deze te
verwijderen.
3 Om hem te vervangen, lijnt u de vinger van de
sondehouder uit met de opening aan de
bovenkant van de eenheid.
4 Schuif de isolatiekamer omlaag totdat de zijkant
op zijn plaats "klikt".
5 De sonde wordt automatisch op de
thermometer aangesloten.
6 Om sondes te vervangen, verwijdert u de
isolatiekamer zoals eerder is beschreven.
7 Pak de zijkanten van de L-vormige connector
met één hand vast en trek met de andere hand
de vergrendeling naar achteren die het uiteinde
van de L-vormige connector op zijn plaats
houdt.
8 Zodra de vergrendeling vrij is, schuift u de
L-vormige connector uit de isolatiekamer.
9 Lijn voor het vervangen de bovenkant van de
L-vormige connector uit met de sleuf aan de
achterkant van de isolatiekamer.
10 Schuif de connector vervolgens omhoog in de
sleuf door stevig op de onderkant van de
connector te drukken totdat deze vast "klikt".
Meetmodus
Voorspellende modus
Wanneer de MEETMODUS is ingesteld op
VOORSPELLEN, werkt de monitor in de
voorspellende modus om snelle en nauwkeurige
temperatuurmetingen te geven.
Gebruiksaanwijzing Vista 120 SC SW 1.n
Snelle voorspellende modus
Wanneer de MEETMODUS is ingesteld op SNEL
VOORSPELL., werkt de monitor in de snelle
voorspellende modus. Dit is een orale
voorspellende meetmodus die is bedoeld voor
situaties waarin snelle temperatuurmetingen
gewenst zijn.
In de snelle voorspellende modus kunnen artsen
snel patiënten met een "normale"
lichaamstemperatuur identificeren. Als de
temperatuur van de patiënt buiten het "normale"
bereik ligt, schakelt de monitor automatisch over
naar de standaard voorspellende modus om een
nauwkeurigere meting te verkrijgen.
De snelle voorspellende modus is niet beschikbaar
in de Lage temp.- modus.
Bewakingsmodus
Wanneer de MEETMODUS is ingesteld op
BEWAKING, voert de monitor gedurende
maximaal 10 minuten een continue
temperatuurmeting uit. Alleen de meetmodus
'BEWAKING' kan worden weergegeven in het
TEMP-parametergebied.
Bovendien schakelt de monitor in de volgende
gevallen automatisch over naar de
bewakingsmodus en voert hij een
temperatuurmeting uit gedurende maximaal
5 minuten totdat de temperatuur stabiliseert:
1 Wanneer de monitor in de voorspellende
modus werkt, wordt er geen meetlocatie
gedetecteerd of stabiliseert de temperatuur
niet.
2 Wanneer de monitor in de voorspellende
modus of de snelle voorspellende modus werkt,
moet de omgevingstemperatuur hoger zijn dan
35 °C (95 °F).
Lage temp. Modus
Lage temp. -modus is bedoeld voor gebruik bij
toepassingen waarbij de lichaamstemperatuur
lager kan zijn dan "normaal", bijvoorbeeld bij
patiënten die net een operatie hebben gehad.
TEMP-bewaking
137
Advertenties
Hoofdstukken
