Download Print deze pagina

Spo 2 Meten; Meetprocedure - Dräger Vista 120 SC Gebruiksaanwijzing

Advertenties

SpO
-bewaking
2
SpO
2
1 Selecteer de juiste instelling voor de
patiëntcategorie (volwassene/kind en
pasgeborene), aangezien deze wordt gebruikt
voor optimalisatie van de berekening van de
SpO
- en polsslagwaarden.
2
2 Controleer gedurende de meting of op de
aanbrengplaats sprake is van:
 Een pulsatiele flow, het liefst met een goede
circulatieperfusie.
 Een ongewijzigde dikte, anders past de
sensor niet goed meer.

Meetprocedure

1 Zet de monitor aan.
2 Bevestig de sensor op de betreffende locatie op
de patiënt.
Voordat u de sensor aanbrengt
Zorg ervoor dat u alle waarschuwingen in de vorige
paragraaf begrijpt voordat u een sensor op een
patiënt aanbrengt. Controleer de sensor ook als
volgt:
 Controleer de sensor aan de binnen- en
buitenkant. Om de binnenkant te inspecteren,
opent u voorzichtig de sensorholte en
controleert u hem op scheurtjes op of naast het
transparante siliconenmateriaal dat de optische
elementen bedekt.
 Een sensor die tekenen van beschadiging of
wijziging vertoont, mag niet worden gebruikt
voor verdere patiëntbewaking; gooi de sensor
weg volgens de juiste afvoerprocedures.
106
Vingersensoren / sensoren met zachte
siliconentip aanbrengen:
 Knijp de klem dicht en kies een plek met goede
perfusie die de bewegingen van een patiënt die
bij bewustzijn is minimaal beperkt. De
ringvinger van de niet-dominante hand verdient
de voorkeur. U kunt ook de andere vingers van
de niet-dominante hand gebruiken.
 De grote teen of lange teen (naast de grote
teen) kan worden gebruikt bij gefixeerde
patiënten of patiënten van wie de handen niet
beschikbaar zijn.
 Plaats de vinger in de sensor in de richting die
het symbool op de sensor aangeeft. Positioneer
de vinger zo dat het vingerkussen het
sensordetectievenster volledig bedekt.
 Richt de sensor zodanig dat de kabel richting de
bovenkant van de hand van de patiënt loopt.
 Sluit de sensor aan op de monitor (of indien
nodig met de verlengkabel).
Vingersensoren voor pasgeborenen of
(teen)wikkelsensoren aanbrengen:
 Wanneer de gebruiker de meting uitvoert,
plaatst u de sensor over de hand of voet met de
optische onderdelen tegenover elkaar.
 Houd de sensor vast en steek de uitgerekte
band in de sleuf; houd hem daar terwijl u het
uiteinde door de vergrendeling steekt. Als de
band te lang is, voert u deze door de tweede
vergrendeling.
 Sluit de sensor aan op de monitor (of indien
nodig met de verlengkabel).
3 Sluit de connector van de sensorverlengkabel
aan op de SpO
-aansluiting.
2
Gebruiksaanwijzing Vista 120 SC SW 1.n

Advertenties

loading