OPMERKING
De SpO
-nauwkeurigheid is gevalideerd in
2
gecontroleerde studies bij mensen met als
referentie een arterieel bloedmonster gemeten
met een CO-oximeter. SpO
een statistische verdeling. Slechts van ongeveer
twee derde van de metingen kan worden verwacht
dat deze binnen de opgegeven nauwkeurigheid
vallen vergeleken met de metingen van de CO-
oximeter. De populatie vrijwilligers in de studies
bestaat uit gezonde mannen en vrouwen van 19
tot 37 jaar oud (voor de Dräger SpO
van 18 tot 50 jaar oud (voor de Nellcor SpO
module), met diverse huidpigmentaties. De
studiepopulatie betrof gezonde volwassenen en
niet de populatie voor het beoogde gebruik.
Vertraging van het SpO
Er zit een vertraging tussen het optreden van een
fysiologische gebeurtenis op de meetplaats en het
genereren van het bijbehorende alarm op de
monitor. Deze vertraging bestaat uit twee
componenten:
1 De tijd tussen het optreden van de fysiologische
gebeurtenis en het moment waarop deze
gebeurtenis wordt uitgedrukt in de weergave
van numerieke waarden. Deze vertraging is
afhankelijk van de verwerkingstijd van het
algoritme en de instelling voor sensitiviteit. Als
er een lagere sensitiviteit is geconfigureerd,
duurt het langer voordat de fysiologische
gebeurtenis zichtbaar is in de numerieke
waarden.
Gebruiksaanwijzing Vista 120 SC SW 1.n
-metingen vertonen
2
-module) en
2
-
2
-alarm
2
OPMERKING
De nauwkeurigheid van de polsslag wordt
verkregen door vergelijking met de polsslag die
door een arteriële zuurstofsimulator wordt
gegenereerd (ook wel een elektronische
pulssimulator).
OPMERKING
Als de meetwaarde op de monitor tijdens het
bewaken aanzienlijk afwijkt van de fysiologische
toestand van de patiënt, wordt aangegeven dat het
signaal mogelijk verstoord is, waardoor
onnauwkeurige waarden worden afgelezen. In dat
geval kan het artefact lijken op een vergelijkbare
meetwaarde, waardoor de monitor geen alarm
verzendt. Om een betrouwbare bewaking te
garanderen, moet regelmatig worden
gecontroleerd of de sensor goed is geplaatst en of
de signaalkwaliteit goed is.
2 De tijd tussen het moment waarop de
weergegeven numerieke waarden een
alarmgrens overschrijden en het moment
waarop het alarm wordt aangegeven op de
monitor. Deze vertraging is een combinatie van
de geconfigureerde alarmvertragingstijd en de
algemene vertragingstijd van het systeem.
SpO
-bewaking
2
109