Tripmelding
De tripmelding kan worden bekeken in het menu
"Tripgeheugen" [800], waarin de negen meest recente
tripmeldingen worden opgeslagen ([810] - [890]). Voor elke
opgeslagen trip worden datum en tijd - van de real-time klok
[740] - weergegeven, samen met de werkelijke tripmelding
volgens de denotaties in Tabel 36, pagina 130. De oorzaak
van de meest recente of werkelijke trip wordt aangegeven in
menu [810].
Het oplossen van problemen wordt gemakkelijker gemaakt
omdat de gegevens worden gekopieerd vanuit de
menugroepen voor bedrijf en status [710] - [730] als er zich
een trip voordoet. Zie Tabel 37, pagina 134 voor een lijst
met opgeslagen parameters. De opgeslagen parameters en
hun waarden worden weergegeven onder de menu's [8X1]
"Bedrijf ", [8X2] "Status" en [8X3] "OpgeslWaard". Als u de
waarde wilt bekijken, ga omlaag naar menuniveau 4, dus
8XXX.
OPMERKING: Als de trip wordt gereset, wordt de
tripindicatie verwijderd van het display van het
bedienpaneel, maar blijft het wel in het tripgeheugen
[800] staan.
56
Belangrijkste kenmerken
7.3.4 Functie belastingsmonitor
Het menu voor de belastingsmonitor [410] kan worden
gebruikt om machines en processen tegen mechanische over-
en onderbelasting te beschermen, zoals het vastlopen van een
transportband of transportschroef, een riembreuk in een
ventilator of het drooglopen van een pomp. De belasting
wordt bepaald door het berekenen van het asvermogen van
de motor tijdens het draaien.
Er zijn twee overbelastingsalarmen, "Max. alarm" en "Max
vooralarm", en twee onderbelastingsalarmen, "Min. alarm"
en "Min. vooralarm". De functie voor de belastingsmonitor
is niet actief tijdens aflooptijd, kruipsnelheid of remmen.
Voor de aanlooptijd kunt u ervoor kiezen om het activeren
van de belastingsmonitor te vertragen door de
startvertraging te gebruiken, menu [416].
Meestal worden minimale en maximale alarmen ingesteld op
een zachte of harde trip, terwijl de vooralarmen worden
gebruikt om een indicatie te geven dat er zich een over- of
onderbelastingssituatie kan voordoen door een
waarschuwingsmelding weer te geven (bijvoorbeeld
"Mon MinVrAl").
Als de werking is onderbroken door een alarm van de
belastingsmonitor, moet er een reset en een nieuw
startsignaal worden gegeven om verder te gaan. Autoreset
voor de alarmen van de belastingsmonitor kunnen worden
geactiveerd onder menu [254]. Zie voor handmatig resetten
"Handmatige reset" op pagina 60.
Alarmniveaus belastingsmonitor
Er zijn twee andere manieren om de alarmniveaus voor de
belastingsmonitor in te stellen:
1. Handmatig instellen, waarbij maximaal vier
"Alarmniveaus" direct worden ingesteld (Afb. 40).
2. De instelling voor "Autoset", waarbij de alarmniveaus
automatisch worden ingesteld, op basis van
"NormaalLast"
vier "Alarmmarges" (Afb. 41).
Beide methodes hebben gemeen dat de resulterende
alarmniveaus worden gegeven als percentage ten opzichte
van het nominale motorvermogen [223] (dat 100% is). De
manier waarop de niveaus worden ingesteld verschilt bij de
twee methodes:
OPMERKING: Als u de belastingsmonitor gebruikt,
controleer of het nominale motorvermogen goed is
ingesteld in menu [223].
CG Drives & Automation, 01-5980-03r1