Inhoud In de verpakking ................. 3 Veiligheid ..................4 Beschrijving ................5 Aan de slag ................. 7 Let op......................7 Aansluiten en instellen vóór de eerste start..........7 Eerste start....................8 Handmatige instelling van alarmniveaus, alternatief A ......9 Handmatige instelling van alarmniveaus, alternatief B......9 Handmatige instelling van alarmniveaus, alternatief C......
Pagina 4
Startvertraging instellen (venster 31)............. 28 Alarmniveaus met Autoset instellen ............29 De Responsvertraging instellen (venster 32 en 34)......30 Geavanceerde eigenschappen..........32 Alarmniveaus handmatig instellen (venster 11-14) ......32 Problemen oplossen ..............43 Technische gegevens .............. 45 Parameterlijst................49 Service ..................52 CG Drives &...
In de verpakking Controleer de levering. Ondanks het feit dat alle producten van Emotron zorgvuldig worden geïnspecteerd en verpakt, kunnen ze tijdens het transport beschadigd raken. • Uw levering moet de Emotron M20 asbelastingsmonitor, een stroomtransformator, 2x aansluitklemdeksels (optioneel*) en deze gebruiksaanwijzing bevatten.
Veiligheid • Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de monitor installeert en gebruikt. • De monitor mag alleen worden geïnstalleerd door gekwalificeerd personeel. • Schakel altijd de voedingscircuits uit voordat u tot installatie overgaat. • De installatie moet voldoen aan de standaard- en plaatselijke voorschriften. •...
Met deze geavanceerde techniek is de M20 in staat om in plaats van de “totale” motorbelasting de belasting van de “toepassing” apart te volgen, inclusief de variërende motorverliezen.
Pagina 8
De M20 is volledig flexibel wat het type beveiliging voor uw toepassing betreft. U kunt een beveiliging tegen over- en onderbelasting selecteren of eenvoudigweg overbelasting met vooralarm of onderbelasting met vooralarm. Onafhankelijke responsvertragingen kunnen voor de beveiliging tegen overbelasting en onderbelasting worden geselecteerd. Extra flexibiliteit wordt geleverd in de vorm van een programmeerbaar uitgangsrelais, het aantal startpogingen, het aantal draairichtingsomkeerpogingen, etc.
1 en 2 in hoofdstuk 6van deze gebruiksaanwijzing. Aansluiten en instellen vóór de eerste start 1. Sluit de Emotron M20 aan volgens hoofdstuk 5 en Fig. 1. 2. Zorg ervoor dat alle veiligheidsmaatregelen getroffen zijn en schakel de voedingsspanning in.
Let op: als er een vensterparameter handmatig is bijgesteld, knippert de nieuwe waarde op de display om aan te geven dat er een wijziging is doorgevoerd. De Enter-toets moet worden ingedrukt, zodat de M20 deze nieuwe waarde accepteert. Aan de slag...
Handmatige instelling van alarmniveaus, alternatief A Bedrijf en instelling bij normale belasting • Start de motor/machine of pomp en laat deze bij een normale belasting draaien, totdat de startvertraging (venster 31) is verstreken. • Lees de belasting van de monitordisplay af, bijv. 65%, venster 01 (of kW/ HP).
Handmatige instelling van alarmniveaus, alternatief C Het is ook mogelijk om de alarmniveaus bij benadering te berekenen of te schatten. Als bijvoorbeeld de gebruikte motor 22 kW is, dient 22 in venster 41 te worden ingevoerd. Dit betekent dat elk procentpunt overeenkomt met 220 W (22 kW/100 = 220 W).
Bedrading Het onderstaande bedradingsschema is een voorbeeld van hoe de M20 kan worden aangesloten om het start-/stopcircuit van de driefasenmotor te regelen, Fig. 1. Aansluitingen op een eenfasemotor worden later in deze gebruiksaanwijzing beschreven (Fig. 2), evenals de benodigde programmeerwijzigingen voor dergelijke toepassingen. De standaardinstelling voor de M20 is gebaseerd op drie fasen.
Pagina 14
LET OP: in uit- gesch. toestand zijn beide relais altijd N.O. Max. 240 VAC (alt. 0 VDC-) N (48VDC+) CTMxxx Zie informatie over zie “Let op” hieronder op pagina 9. voor monitor- Max. 240VAC (48VDC-) spanning. VOOR- -Reset ALARM LET OP: zie voor -Autoset monitorspanning - Blokkering...
Alternatief voorbeeld voor éénfase-aanslui- ting Het bedradingsvoorbeeld geeft de aansluitingen weer die vereist zijn voor eenfasetoepassingen. Raadpleeg Fig. 1 voor de overige bedrading. S1 S2 CTMxxx LET OP: zie voor monitorspanning Let op hieronder. Fig. 2 Voorbeeld éénfaseaansluiting. LET OP: controleer of het bereik van de monitorspanning, bijv. 1x100-240 VAC, overeenkomt met de aangesloten motor/”lijn –...
Voorbeeld - digitale ingang Aansluitklem 5 (DIG) en 6 (C – referentie) worden gebruikt door de digitale ingang. Het signaal kan een VAC- of een VDC-signaal zijn. Sluit + aan op aansluitklem 5 (DIG) en - op aansluitklem 6 voor een VDC-signaal. Let op de polariteit wanneer er DC-spanning wordt gebruikt.
Pagina 17
12.6 –25 26 – 50 51 – 100 Voor een nauwkeurige kalibratie van de M20 is het essentieel dat u de juiste CTM gebruikt en het exacte aantal wikkelingen in overeenstemming met de bovenstaande tabel. LET OP: doorgaans wordt de juiste stroomtransformator (ST) besteld en meegezonden met de M20.
Pagina 18
Voorbeeld CTM 025 met 2 wikkelingen voor een 12 A motor LET OP: de aansluiting en richting van de stroomtransformator zijn niet gevoelig voor polariteit, maar moeten op dezelfde fase worden aangesloten als de fase voor aansluitklem 9 van de M20. Fig. 5 Voorbeeld 1, 2 en 3 wikkelingen.
Motoren van meer dan 100 A 1. Controleer de nominale motorstroom op het motorplaatje. 2. Vergelijk deze waarde met de stroom in Tabel 2. 3. Selecteer de primaire en secundaire stroomtransformator en het juiste aantal wikkelingen uit de kolommen in Tabel 2. Let op: de verhouding van de primaire transformator moet exact dezelfde zijn als die in de tabel hieronder wordt weergegeven, anders worden de belastingsberekeningen van de monitor onnauwkeurig.
LET OP: controleer of de juiste stroomtransformator (ST) is besteld en meegezonden met de M20. Neem in twijfelgevallen contact op met de leverancier. CTM010 2 wikkelingen P2 P2 1 wikkeling 500:5 S1 S2 Fig. 6 Voorbeeld van een CTM 010 met 2 wikkelingen en een primaire transformator 500:5 met 1 wikkeling voor een 260 A motor.
Venstermenu Startvenster Gemeten asbelasting Alarmindicatie Gemeten lijnspanning Gemeten stroom Parameterblokkering Monitorfunctie Fabrieksinstellingen MAX Hoofdalarm MAX Vooralarm Analoge uitgang MIN Vooralarm Blokkeertimer MIN Hoofdalarm Digitale ingang MAX Hoofdalarm-marge MAX Vooralarm-marge Relaisfunctie Vooralarm, relais 2 MIN Vooralarm-marge Hoofdalarm, relais 1 MIN Hoofdalarm-marge Alarm bij geen motor- stroom Hoofdalarmvergrendeling...
• Het Alarm-venster wordt alleen weergegeven als een alarmuitgang actief • Het Actuele belasting-venster wordt weergegeven na inschakeling. • Gebruik de toets om door het menu te scrollen. U kunt terugscrollen NEXT door in te drukken en ingedrukt te houden, terwijl u op de toets ENTER ENTER NEXT...
Programmeren Meeteenheid instellen, kW of HP 8.1.1 De eenheid voor de meting selecteren De meeteenheid kan worden ingesteld op kilowatt of paardenkracht, als absolute of als relatieve waarde. Deze instelling is geldig voor de weergave van de alarmniveaus, het nominaal motorvermogen en de actuele belasting in venster Weergave Nominaal Alarmniveaus...
Pagina 25
Programmeren 1. Ga naar venster 01. 2. Druk op en houd deze 3 seconden lang tegelijkertijd RESET RESET ingedrukt. 3. De volgende meeteenheid wordt ingesteld en wordt gedurende 2 seconden weergegeven (zie de voorbeelden). Ga op dezelfde manier te werk om de gewenste meeteenheid overeenkomstig de tabel te selecteren.
Nominaal motorvermogen en motorstroom instellen (venster 41 en 42) Het nominaal motorvermogen en de nominale motorstroom moeten worden ingesteld in venster 41 en 42. Voorbeeld motorplaatje: TYPE: Prot. IP: T56BN/4 948287 Cos : Serv: Is. Cl: 0.78 V:Y/ A:Y/ 240/415 1400 5.6/9.4 260/440...
Aantal fasen instellen (venster 43) Het aantal fasen moet worden ingesteld overeenkomstig het aantal motorfasen. De standaardinstelling is 3 fasen, zie ook hoofdstuk 5, Bedrading. 8.3.1 Programmeren 1. Ga naar venster 43 (standaard = 3F). 2. Druk op om het aantal fasen in te stellen op 1 als er een eenfasemotor wordt gebruikt.
Overbelastings- en onderbelastingsmonitor START ONDERBELASTING OVERBELASTING MAX Hoofdalarm niveau [11] MAX Vooralarm MAX Hoofd- niveau [12] alarm-marge MAX Vooralarm- [21] BEDRIJFSGEBIED marge [22] AUTOSET-niveau Normale belasting MIN Vooralarm- MIN Hoofd- marge [23] alarm-marge MIN Vooralarm- [24] niveau [13] MIN Hoofdalarm- niveau [14] Respons- vertraging...
Startvertraging instellen (venster 31) Om valse alarmen tijdens het opstarten te voorkomen, moet er een startvertraging worden ingesteld om de motor en machine op toeren te laten komen en aanloop-stromen toe te staan. Programmeren 1. Bepaal hoe lang het duurt (in seconden) voordat de motor en machine op snelheid komen en hoe lang de inrush aanhoudt.
Alarmniveaus met Autoset instellen Het Autoset-commando voert een meting (kortstondig) uit van de actuele motorbelasting en stelt de relevante alarmniveaus automatisch in, afhankelijk van de geselecteerde monitorfunctie. Beveiliging Marge- (Monitorfunc- waarde Marges Alarmniveau bij Alarm (Standaard- (Vensters) Autoset venster 05) marges) 21: MAX Hoofd- Normale machinebe-...
Programmeren 1. Start de motor en laat deze bij een normale machinebelasting draaien, totdat de startvertraging is verstreken. 2. Druk 3 seconden op AUTO AUTO . Dit kunt u in elk venster doen. 3. Op de display wordt “SEt” weergegeven om te bevestigen dat het Autoset- niveau is gemeten en dat de alarmniveaus zijn ingesteld.
Geavanceerde eigenschappen Alarmniveaus handmatig instellen (venster 11-14) De alarmniveaus kunnen handmatig worden ingesteld, zonder de Autoset te gebruiken. Deze niveaus kunnen ook worden bijgesteld, bijv. voor fijnafstelling, nadat er een Autoset is uitgevoerd. Zie ook sectie 4.3 tot 4.6. Beveiliging (Monitorfunctie ven- Alarmniveaus (Venster) Standaard ster 05)
Marges instellen (venster 21-24) De marges voor de Autoset kunnen handmatig worden gewijzigd. Na bijstelling moet de Autoset opnieuw worden uitgevoerd. Beveiliging (Monitorfunctie Venster Standaard venster 05) 21: MAX Hoofdalarm-marge 22: MAX Vooralarm-marge OVER- en ONDERBELASTING (standaard) 23: MIN Vooralarm-marge 24: MIN Hoofdalarm-marge 21: MAX Hoofdalarm-marge OVERBELASTING...
Hoofdalarmvergrendeling instellen (venster 61) De hoofdalarmvergrendeling houdt de hoofdalarmuitgang actief, zelfs als de alarmconditie niet meer aanwezig is. Een vergrendelde alarmuitgang kan worden gereset door: • De reset-toets • Externe reset via digitale ingang (zie venster 81). • De voeding naar de monitor uit te schakelen (zie ook Bedrading). Standaard=Off.
Pagina 36
Blokkeertimer instellen (Venster 82) Voor het instellen van de timer voor de blokkeertijd nadat er een Blokkeer- commando is vrijgegeven (zie ook venster 81). Standaard = 0,0 sec. MAX Hoofdalarm-niveau [11] MAX Vooralarm-niveau [12] Autoset-niveau Relais 1 Hoofdalarm Relais 2 Vooralarm Vooralarm geblokkeerd Blokkeersignaal hoog op aansluitklem 5 DIG [81] Blokkeertimer [82]...
Pagina 37
Analoge uitgang instellen (venster 91) De analoge uitgang geeft een analoog signaal af van 0-20 mA of van 4-20 mA, dat correspondeert met de motorasbelasting. Het signaal kan worden omgekeerd (20-0 of 20-4 mA). Volledige schaal: nominaal motorvermogen, zie Fig. 12. Zie Fig. 13 voor het instellen van de P-span/schaal. 4.
Belastingsbereik analoge uitgang instellen: P-span (ven- ster 92-93) Met venster 92 en 93 kunt u de volledige schaal van de analoge uitgang instellen tussen de minimale en maximale belasting (P-span). 1. Druk in venster 91 gedurende twee seconden op RESET en + totdat “on” wordt weergegeven.
LET OP: Het symbool wordt in alle vensters weergegeven. De fabrieksinstellingen opnieuw instellen (venster 99) De fabrieksinstellingen worden gereset wanneer u “dEF” in venster 99 invoert. Als in venster 99 “Usr” wordt weergegeven, houdt dit in dat de instellingen zijn vervangen door gebruikersspecifieke instellingen.
Door de draairichting van de motor te veranderen, wordt de blokkade wellicht verwijderd. Indien één cyclus in de omgekeerde richting niet genoeg is om het materiaal te laten loskomen, herhaalt de M20 deze handeling met maximaal 5 cycli (venster 36, 0-5 startpogingen). Relais R1=rechtsom, relais R2=linksom.
LET OP: voor het bovenstaande resultaat moet er een motorstarter voor beide draairichtingen zijn geïnstalleerd. Zie Fig. 15 Aansluitvoorbeeld met een motorstarter (schakelaar) voor beide draairichtingen. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke verkooppunt of bezoek onze website op: www.emotron.com CG Drives & Automation 01-5958-03r0 Geavanceerde eigenschappen...
Pagina 42
Alarm/stop 20 mA (Blokkering) Max. 240 VAC (alt. 0 VDC-) S1 S2 CTMx Reset LINKSOM RECHTSOM N (alt. 48 VDC+) Venster Functie Bereik Draairichtingsomkeertijd 3-511 s Startpogingen Relaisfunctie 2=linksom Fig. 15 Aansluitvoorbeeld met een motorstarter (schakelaar) voor beide draairichtingen. LET OP: in Fig. 15, mogen R1 en R2 (K1 en K2) niet tegelijkertijd worden ingeschakeld/aanstaan, aangezien dit kortsluiting genereert.
Pagina 43
Alternatief hulpcircuit 0VDC- CTMxxx 24VDC+ Fig. 16 Voorbeeld van hulpcircuit bij gebruik van VDC. Het bovenstaande voorbeeld kan worden gebruikt wanneer er een hoge VDC- signaaluitgang is vereist. CG Drives & Automation 01-5958-03r0 Geavanceerde eigenschappen...
Problemen oplossen Ga na of de installatie correct is uitgevoerd. Controleer bijvoorbeeld de aansluitklemmen en ga na of de kabels juist zijn gestript. De monitor is onderhoudsvrij. U dient echter regelmatig de bedrading en aansluitklemmen etc. te controleren. Probleem Oplossing Controleer de aansluiting van de stroom transformator(s).
Pagina 45
Probleem Oplossing Controleer de alarmniveaus in venster 11 tot 14. Indien onjuist stelt u de niveaus bij of voert u een Autoset uit. De monitor geeft altijd Controleer of de monitor is geprogrammeerd voor een alarm “vergrendeld alarm” (venster 61=on). Indien dit het geval is, kunt u de monitor resetten door op de reset-toets te drukken.
* Gewicht inclusief 1m (39 inch) kabel. Let op: max. lengte van de CTM-kabel is 1 m en deze kabel kan niet worden verlengd. 10.3 Fig. 17 Stroomtransformator, CTM xxx. Accessoires en documentatie Artikelnummer Aanduiding 01-2471-10 Stroomtransformator (ST) CTM010, max. 10 A 01-2471-20 Stroomtransformator (ST) CTM025, max.
Ontmanteling en verwijdering Het product is ontworpen om te voldoen aan de RoHS richtlijn en dient daarvoor behandeld en gerecycled te worden volgens de lokale wetgeving. EU (Europese Unie) specificaties EN 61000-6-3, EN 61000-6-2 EN 61000-4-5 Elektrische veiligheid EN 60947-5-1 Nominale geïsoleerde spanning 690 V Nominale impulsproefspanning...
Parameterlijst Klant- Sym- Venster Functie Bereik Standaard speci- bool fiek Alarmindicatie Gemeten asbelasting in % van het nominaal 0-125 vermogen Gemeten asbelasting 0-745 in kW Gemeten asbelasting in % van het nominaal 0-125 vermogen Gemeten asbelasting 0-999 in HP Gemeten lijnspanning 90-760 V Gemeten stroom 0,00-999 A Parameterblokkering 0-999...
Pagina 51
Klant- Sym- Venster Functie Bereik Standaard speci- bool fiek 0-125 0-745 MIN Vooralarm (relais R2) 0-125 0-999 0-125 0-745 MIN Hoofdalarm (relais R1) 0-125 0-999 MAX Hoofdalarm- 0-100 marge MAX Vooralarm- 0-100 marge MIN Vooralarm- 0-100 marge MIN Hoofdalarm- 0-100 marge Startvertraging 1-999...
Pagina 52
Hoofdalarmvergren- on/OFF deling Alarm bij geen motor on/OFF stroom Hoofdalarmrelais R1 nc/no Vooralarmrelais R2 nc/no 0 = M20 Relaisfunctie 1 = DLM 2 = Linksom Digitale ingang rES/AU/bLo Blokkeertimer 0.0-90 0.20/4.20/ Analoge uitgang 0.20 20.0/20.4 Lage waarde analoge...
Service Deze handleiding is van toepassing op het volgende model: Emotron M20 (van software R3b) Documentnummer: 01-5958-03 Documentversie: Datum van uitgave: 2012-04-02 CG Drives & Automation Sweden AB behoudt het recht voor de productspecificaties zonder voorafgaande mededeling te wijzigen. Niets uit dit document mag worden vermenigvuldigd zonder toestemming van CG Drives &...
Pagina 54
Service CG Drives & Automation 01-5958-03r0...
Pagina 56
CG Drives & Automation Sweden AB Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.cgglobal.com / www.emotron.com...