T/T
2,5
n
2
1,5
1
0,5
0
0
I/I
8
n
7
6
5
4
3
2
1
0
0
Afb. 87 Sterdriehoekstart
Het nadeel van de sterdriehoekstart is dat deze niet kan
worden aangepast aan een speciale toepassing. De spanning
in de ster- en driehoekaansluitingen wordt gedefinieerd door
de toevoer en de resulterende startprestaties hangen af van
het DOL-kenmerk van de motor. Bij sommige toepassingen
kan de sterdriehoekstarter niet worden gebruikt omdat het
resulterende koppel in een steraansluiting te laag is om de
belasting op te starten bij het ronddraaien. Aan de andere
kant zijn bij toepassingen met lage belasting verdere
besparingen in startstroom onmogelijk, hoewel er wel een
groter koppelreserve beschikbaar is. Bovendien kan de
resulterende plotselinge stijging van het koppel eerst bij het
starten en later bij de overgang van ster naar driehoek
bijdragen aan mechanische slijtage. De hoge overgangsstromen
tijdens de sterdriehoekovergang creëren onnodige overtollige
warmte in de motor.
Betere prestaties worden bereikt met een start met
spanningsaanloop, iets wat een eenvoudige elektronische
softstarter kan bieden. De spanning neemt lineair toe vanaf
een beginwaarde tot de maximale netspanning via een
fasehoekregeling. De resulterende koppel- en
stroomkenmerken staan in de volgende afbeelding.
CG Drives & Automation 01-5980-03r1
Koppel
0,5
1
Stroom
0,5
1
T/T
2,5
n
2
1,5
1
0,5
n/n
s
0
I/I
8
n
7
6
5
4
3
2
1
n/n
0
s
0
Afb. 88 Soft start - spanningsaanloop
Uiteraard wordt er een veel soepelere start gerealiseerd
vergeleken met een sterdriehoekstart en neemt de
startstroom af.
Een softstarter wordt vaak gebruikt om de startstroom onder
een bepaald niveau te houden. In het bovenstaande
voorbeeld kan het wenselijk zijn om een stroombegrenzing
in te stellen die drie keer hoger dan de nominale stroom is.
In de volgende afbeelding ziet u het resulterende koppel en
stroomkenmerken.
Koppel
0
0,5
Stroom
0,5
Theorie over softstarters
n/n
s
1
n/n
s
1
143