8.5.2
Digitale ingangen [520]
Submenu met alle instellingen voor de digitale ingangen.
OPMERKING: Extra ingangen worden beschikbaar als de
I/O-optieprints worden aangesloten.
Digitale ingang 1 [521]
Om de functies van de digitale ingang te kiezen.
Op de standaard controlprint zitten vier digitale ingangen.
Als dezelfde functie wordt geprogrammeerd voor meer dan
één ingang, wordt die functie volgens "OF"-logica
geactiveerd, tenzij anders aangegeven.
521 DigIn 1
Stp
Standaard: Run Rechts
Uit
0
De ingang is niet actief.
Stopcommando volgens de gekozen
stopmodus in menu [340].
Stop
1
OPMERKING: Het stopcommando is actief laag.
OPMERKING: Geactiveerd volgens "AND"-logica.
Reset-commando. Voor een reset van de trip-
conditie en om de autoreset-functie te activeren.
Reset
2
OPMERKING: Normale reset is altijd
flankgestuurd. Autoreset is niveaugestuurd
Enable-commando. Algemene startvoorwaarde
om de softstarter te activeren. Als deze laag is
tijdens actief bedrijf, wordt de uitgang van de
softstarter direct onderbroken, waardoor de
motor uitloopt tot stilstand.
Enable 3
OPMERKING: Als geen van de digitale
ingangen wordt geprogrammeerd voor
"Enable", is het interne enable-signaal actief.
OPMERKING: Geactiveerd volgens "AND"-
logica.
Run
4
Commando Run Rechts.
Rechts
Run
Commando Run linksom.
5
Links
Hiervoor zijn externe contactgevers nodig.
Activeert de functie Jog Rechts. Geeft een Run-
commando met het ingestelde Jog-toerental en
Jog
draairichting, menu [350].
Rechts-
6
OPMERKING: Altijd niveaugestuurd hoewel
om
flanksturing in menu [21A] kan worden
gekozen.
Activeert de functie voor Jog Links. Geeft een
Run-commando met het ingestelde Jog-
Jog
7
toerental en draairichting, menu [350].
Links
OPMERKING: Altijd niveaugestuurd hoewel
flanksturing in menu [21A] kan worden gekozen.
ParSet
Activeert andere parameterset. Zie Tabel 29
8
kz 1
voor keuzemogelijkheden.
ParSet
Activeert andere parameterset. Zie Tabel 29
9
kz 2
voor keuzemogelijkheden.
CG Drives & Automation, 01-5980-03r1
Run Rechts
Lokaal/
Activeert de Lokale mode zoals ingesteld in
10
Ext.
[2173].
AnIn
Activeert/deactiveert de analoge ingang
11
Select
ingesteld in [513A].
Activeert Autoset van alarmniveaus
belastingsmonitor volgens menugroep [417].
Autoset 12
OPMERKING: Altijd niveaugestuurd hoewel
flanksturing in menu [21A] kan worden
gekozen.
Zie beschrijving Spinrem, pagina 49. Kan
Spinrem 13
worden geactiveerd vanuit inactieve status
(softstarter gestopt, maar motor draait).
Als er niets op de ingang is aangesloten, wordt
de softstarter direct getript bij "Extern Alarm
1".
Ext.
16
OPMERKING: Het External Alarm 1 is actief
Alarm 1
laag.
OPMERKING: Geactiveerd volgens "OR"-logica.
Zie menu [2549].
Als er niets op de ingang is aangesloten, wordt de
Ext.
softstarter direct getript bij "External Alarm 2".
17
Alarm 2
OPMERKING: External Alarm 2 is actief laag.
Zie menu [254A].
Timer 1 [6311] wordt geactiveerd op de
Timer 1 18
stijgende flank van dit signaal.
Timer 2 [6321] wordt geactiveerd op de
Timer 2 19
stijgende flank van dit signaal.
Timer 3 [6331] wordt geactiveerd op de
Timer 3 20
stijgende flank van dit signaal.
Timer 4 [6341] wordt geactiveerd op de
Timer 4 21
stijgende flank van dit signaal.
Tabel 29
Parameterset
A
B
C
D
OPMERKING: Menu 241 moet zijn ingesteld op DigIn om
de gekozen parameterset te activeren.
ParSet kz 1
ParSet kz 2
0
0
1
0
0
1
1
1
Functionaliteit
107