Vertraging Timer 1 [6313]
Dit menu is alleen zichtbaar als de "Timermodus" [6312] op
"Vertraging" is ingesteld. Als Timer 1 wordt geactiveerd in menu
[6311], zorgt de ingestelde waarde in dit menu dat het activeren
van het uitgangssignaal voor Timer 1, T1Q, wordt vertraagd.
6313 Timer1 Vert
Stp
Standaard:
0:00:00.0 (uren:minuten:seconden)
Bereik:
0:00:00.0–9:59:59.9
Timer 1 T1 [6314]
In dit menu wordt de "aan"-tijd voor de modi "Schakelen" en
"Aan Tijd in menu [6312] ingesteld (alleen zichtbaar als een
van deze twee modi is geselecteerd).
Als de modus "Schakelen" is geselecteerd en Timer 1 wordt
geactiveerd door de instellingen van het signaal [6311], dan
blijft de timer automatisch schakelen van de "Aan"-tijd
([6314] "Timer 1 T1") naar de "Uit"-tijd ([6315]"Timer 1
T2"). Daarom schakelt het uitgangssignaal T1Q tussen
actief, "aan", en inactief, "uit". Zie Afb. 71.
Als de modus "Aan Tijd" is geselecteerd in [6312] en Timer
1 wordt geactiveerd in [6311], dan verlengt de timer de
activering ("Aan"-tijd) van het uitgangssignaal T1Q tot de
ingestelde waarde in [6314] "Timer 1 T1". Zie Afb. 72.
6314 Timer1 T1
Stp
Standaard:
0:00:00.0 (uren:minuten:seconden)
Bereik:
0:00:00.0–9:59:59.9
Timer 1 T2 [6315]
In dit menu wordt de "Uit"-tijd in de modus "Schakelen"
ingesteld.
6315 Timer1 T2
Stp
Standaard:
0:00:00.0 (uren:minuten:seconden)
Bereik:
0:00:00.0–9:59:59.9
Waarde Timer 1 [6316]
In dit menu wordt de werkelijke waarde van de timer
weergegeven.
6316 Timer1Waard
Alleen lezen
Stp
Timer 2 - 4 [632] - [634]
Zie de beschrijvingen voor Timer 1.
CG Drives & Automation, 01-5980-03r1
0:00:00.0
0:00:00.0
0:00:00.0
0:00:00.0
8.6.4
SR Flipflops [640]
De functie Flipflop is een geheugencircuit dat kan worden
gebruikt om gegevens over de toestand op te slaan. De
uitgang van een flipflop is niet alleen afhankelijk van de
stroomingang, maar van de toestand op het moment dat deze
wordt ontvangen (vandaar dat de vorige ingangsstatus ook
belangrijk is).
Het circuit voor het instellen/resetten van de flipflop heeft
twee ingangssignalen, SET en RESET, die de toestand van
een uitgangssignaal regelen, UIT. Wanneer er geen
ingangssignalen actief zijn (dus beide zijn =0), dan behoudt
de flipflop zijn huidige waarde.
Als slechts een van de ingangssignalen actief is (=1), dan
bepaalt dit direct de status van het uitgangssignaal. Dus als
SET=1 (actief ) en RESET=0 (inactief ), wordt het SET-
commando gegeven aan het uitgangssignaal, UIT. Dit leidt
tot een signaalverandering van inactief naar actief (=1), als
deze nog niet in een actieve toestand is.
Of als SET=0 (inactief ) en RESET=1 (actief ), dan wordt het
RESET-commando gegeven aan het uitgangssignaal, UIT,
waardoor dit wordt gedeactiveerd (=0).
Prioriteitsmodus flipflop
Als beide ingangssignalen tegelijkertijd in een actieve
toestand zijn, dus SET=1 en RESET=1, beslist een
prioriteitsfunctie welk signaal het uitgangssignaal beïnvloedt.
Er zijn drie prioriteitsinstellingen voor de functie flipflop,
geselecteerd in het menu voor "Modus Flipflop".
Voorbeelden van de verschillende prioriteitsinstellingen
staat in Afb. 73.
Prioriteit resetten
SET
RESET
OUT
Prioriteit instellen
SET
RESET
OUT
Flanksturing zonder prioriteit
SET
RESET
OUT
Afb. 73 Programmeerbare modi voor flipflop.
Functionaliteit
123