Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Emotron TSA52 Series Gebruiksaanwijzing pagina 155

Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 41 Observaties zonder storingsindicatie met mogelijke oorzaken en oplossingen.
Observatie
Het display is niet
Geen
verlicht.
Softstarter
reageert niet op
- - - -
startcommando
Bij het starten komt de motor
op maximaal toerental, maar
hij schokt of trilt.
De motor draait
schokkerig, enz.
Start- of stoptijd te lang.
De monitorfunctie
Geen of loos alarm of
werkt niet.
vooralarm.
Het alarm kan niet
worden gereset.
CG Drives & Automation 01-5980-03r1
Storingsindicatie
Geen besturingsvoeding.
Startcommando komt misschien
vanaf verkeerde besturingsbron.
(Bijvoorbeeld vanaf bedienpaneel
als externe bediening is
geselecteerd).
Als "Koppelbesturing" is
geselecteerd, moeten de
motorgegevens in het systeem
worden ingevoerd.
Starttijd te kort.
Als spanningsbesturing wordt
gebruikt als startmethode, kan de
beginspanning bij start te laag
zijn. Startspanning verkeerd
ingesteld.
Motor te klein voor nominale
stroom van softstarter.
Motor te groot voor belasting van
softstarter.
Startspanning niet goed ingesteld.
Aanlooptijden niet goed ingesteld.
Motor te groot of te klein voor
belasting.
De nominale motorgegevens
moeten bij deze functie worden
ingevoerd. Ingestelde
alarmniveaus niet geldig.
Oorzaak
Schakel de besturingsvoeding in. Als
het display nog steeds niet oplicht,
controleer de kabel tussen het
bedienpaneel en de controlprint.
Geef startcommando vanaf juiste
besturingsbron zoals ingesteld in
menu [2151] en [2152].
Controleer of een van de digitale
ingangen is ingesteld op de functie
"Enable".
Configureer nominale motorgegevens
in menugroep [220]. Selecteer het
juiste alternatief voor koppelbesturing
in menu [331] (lineair of kwadratisch)
volgens het belastingskenmerk.
Selecteer het juiste begin- en
eindkoppel bij de start in menu's
[332] en [333].
Verleng starttijd [336].
Pas beginspanning bij start [334]
aan.
Gebruik een kleiner model van de
softstarter.
Gebruik groter model softstarter.
Pas de aanlooptijd opnieuw aan.
Selecteer de stroomlimietfunctie.
Pas de aanlooptijd voor start en/of
stop aan.
Kies een motor met andere
afmetingen.
Voer nominale motorgegevens in
menu's [221]-[228] in. Pas alarm-
niveaus en responsvertragingen aan.
Controleer reset instelling in menu
[216]. Het alarm kan alleen worden
gereset als de alarmconditie niet
meer aanwezig is.
PTC, PT100 of alarm door te hoge
temperatuur kunnen bijvoorbeeld
alleen worden gereset nadat de
temperatuur is gedaald.
Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud
Oplossing
151

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave