30
Sleutels, portieren en ruiten
Houd c ingedrukt om de ruiten te
openen.
Houd e ingedrukt om de ruiten te slui‐
ten.
Laat de toets los om de ruit te stop‐
pen.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruiten niet automatisch kunt
sluiten (bijv. na het loskoppelen van
de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 110.
Activeer de ruitelektronica als volgt:
1. Portieren sluiten.
2. Ontsteking inschakelen.
3. Trek aan de schakelaar totdat de
ruit gesloten is en blijf nog
twee seconden eraan trekken.
4. Duw tegen de schakelaar tot de
ruit helemaal is geopend en blijf
nog twee seconden duwen.
5. Deze handeling uitvoeren voor
alle ruiten.
Achterste zijruiten
Kantel om de achterste zijruiten deels
te openen de hendel en duw deze
helemaal in om de ruiten in de open
stand te blokkeren.
Achterruitverwarming
Samen met de buitenspiegelverwar‐
ming in te schakelen door het indruk‐
ken van e.
De verwarming schakelt na een
bepaalde tijd afhankelijk van de
buitentemperatuur automatisch uit.
Afhankelijk van de klimaatregeling zit
e mogelijk op een andere plek.