Knippert
Storing in het systeem. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Drukverliesdetectiesysteem 3 337.
Motoroliedruk
I brandt rood.
Brandt na het inschakelen van het
contact en dooft vlak na het starten
van de motor.
Brandt bij een draaiende motor
Voorzichtig
Motorsmering kan worden onder‐
broken. Hierdoor kan de motor
beschadigd raken/kunnen de
wielen blokkeren.
1. Neutraalstand selecteren.
2. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐
stroom verlaten zonder hierbij
andere weggebruikers te hinde‐
ren.
3. Contact uitschakelen.
Instrumenten en bedieningsorganen
9 Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder. Tijdens een Autostop
werkt de rembekrachtigingseen‐
heid nog altijd.
Verwijder de sleutel niet voordat
de auto stilstaat, anders kan het
stuurslot onverwacht ingescha‐
keld worden.
Laat de auto met de motor uitgescha‐
keld naar een werkplaats slepen.
Te laag brandstofpeil
o brandt geel.
Peil in brandstoftank is te laag.
Tanken 3 308.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 326.
Oplaadkabel aangesloten
j brandt rood.
De autostekker van de oplaadkabel is
nog aangesloten op de oplaadaan‐
sluiting. De auto kan niet worden
gestart.
Ontkoppel de autostekker van de
oplaadaansluiting en sluit de klep van
de oplaadaansluiting.
Opladen 3 298.
Voertuig gereed
READY brandt groen. Er kan met de
auto worden gereden.
Motorvermogen verminderd
M brandt geel.
Het oplaadniveau van de hoogspan‐
ningsaccu is te laag. Er is slechts
verminderd motorvermogen beschik‐
baar.
Autostop
D brandt of knippert groen.
Brandt groen
De motor is een Autostop.
101