18
Sleutels, portieren en ruiten
De deur wordt van de binnenkant
geopend door aan de binnenste
handgreep te trekken.
De rechter achterdeur wordt ontgren‐
deld met de hendel.
9 Waarschuwing
Wanneer de auto langs de kant
van de weg geparkeerd is en de
achterportieren openstaan, zijn de
achterlichten mogelijk niet te zien.
Medeweggebruikers attent maken
op de auto door een gevarendrie‐
hoek te gebruiken of andere appa‐
ratuur zoals aanbevolen door het
verkeersreglement in uw land.
De deuren worden met deurvangers
onder een hoek van 90° gehouden.
Open de deuren 180° door op de klink
te drukken en deze in de gewenste
stand te openen. Controleer vóór het
sluiten van de portieren of de vergren‐
delstangen in de stand 90º staan.
9 Waarschuwing
Ver openslaande deuren goed
vastzetten bij maximale opening.
Geopende deuren kunnen door de
wind met kracht dichtslaan!
Altijd eerst de rechter deur sluiten en
daarna de linker deur.
Centrale vergrendeling 3 10.