278
Rijden en bediening
Colour-Info-Display: Deactiveer de
parkeerhulp in de persoonlijke instel‐
lingen 3 111.
Systeembeperkingen
Bij een storing of als het systeem
tijdelijk niet goed werkt, bijv. vanwege
veel geluid buiten of andere storende
factoren, gaat C op het Driver Infor‐
mation Center branden. Er verschijnt
een bericht op het Driver Information
Center en er klinkt een geluidssig‐
naal.
Roep bij een permanente storing de
hulp van een werkplaats in.
9 Waarschuwing
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen reflecterende oppervlak‐
ken van uiteenlopende aard op
voorwerpen of kleding evenals
externe geluidsbronnen ertoe
leiden dat het systeem obstakels
niet waarneemt.
In het bijzonder moet gelet worden
op lage obstakels die het onderste
gedeelte van de bumper kunnen
beschadigen.
Voorzichtig
In het geval van een ernstige
storing in de auto waarbij de auto
moet worden gestopt, wordt het
systeem gedeactiveerd.
Bij een storing in de versnellings‐
bak is het parkeerhulpsysteem
niet actief wanneer de achteruit‐
versnelling wordt ingeschakeld.
Bij een luidsprekerstoring klinken
er wellicht geen geluidssignalen.
Het systeem werkt eventueel
minder goed wanneer de senso‐
ren zijn bedekt, bijv. met ijs of
sneeuw.
Als een sensor bedekt is,
verschijnt er een bericht dat de
sensoren moeten worden gerei‐
nigd.
Het parkeerhulpsysteem werkt
mogelijk beperkt of de functies
werken wellicht helemaal niet als
C oplicht of als het beeld op het
Info-Display onbeweeglijk is of als
het scherm zwart is.
Het parkeerhulpsysteem werkt bij
een zware belading eventueel
minder goed.
Voor grotere auto's in de buurt
(bijv. off-roads, minivans, vans)
gelden speciale voorwaarden. De
objectherkenning en de juiste
afstandsindicatie in het bovenste
deel van deze voertuigen kan niet
worden gegarandeerd.
Objecten met een erg klein reflec‐
tievlak, bijv. smalle voorwerpen of
zachte materialen, herkent het
systeem mogelijkerwijs niet.
Parkeerhulpsystemen detecteren
geen voorwerpen buiten het
detectiebereik, bijv. onder de
bumper of onder de auto.