De instelling voor de beeldstijl onbedoeld aanpassen
Indien een door de gebruiker gedefinieerde beeldstijl reeds is vastgelegd
met uw eigen beeldstijl, volg dan de procedure op pagina 58 tot stap 3 om
die beeldstijl terug te zetten op de standaardinstelling.
Als u de beeldstijl Gebruiker niet wilt wijzigen, herhaal deze procedure
dan niet.
Stel de parameters in.
4
Draai het instelwiel <5> om een
parameter, bijvoorbeeld [Scherpte],
te selecteren en druk vervolgens op
<0>.
Draai het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
Raadpleeg voor meer informatie
"De beeldstijl aanpassen" op
pagina 55-57.
Druk op de knop <M> om de
nieuwe beeldstijl vast te leggen. Het
scherm waarin de beeldstijl kan
worden gekozen, verschijnt weer.
De basisbeeldstijl wordt rechts van
[Gebruiker 1/2/3] weergegeven.
Wanneer de parameter, bijvoorbeeld
[Scherpte] is ingesteld op een
andere waarde dan de
standaardinstelling, dan wordt de
naam van de basisbeeldstijl in blauw
weergegeven.
3 Beeldstijl vastleggenN
59