Opnamecombinaties
AF- en transportmodi
Transportmodus
Een opname kan alleen
gemaakt worden wanneer
focus is bereikt. Wanneer focus
wordt bereikt, wordt deze
vergrendeld. Met evaluatieve
uEnkele
meting wordt de
opnamen
belichtingsinstelling ook
vergrendeld. (De
belichtingsinstelling wordt in het
geheugen opgeslagen voordat
de opname wordt gemaakt.)
De bovenstaande
voorwaarden gelden bij
continu-opnamen.
iContinu-
opname
Tijdens continu-opnamen
(max. 3 opnamen/sec.)
wordt niet scherpgesteld.
AE-vergrendeling
Lichtmeetmodus
q Evaluatieve
lichtmeting*
w Deelmeting
r Spotmeting
e Gemiddelde meting
met nadruk op het midden
* Als de focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op <MF>, wordt AE-
vergrendeling toegepast bij het middelste AF-punt.
160
One-Shot AF
(alle modi behalve de volautomatische modus <1>.)
Automatische AF-
puntselectie
AE-vergrendeling wordt
toegepast bij het AF-punt
waarop het onderwerp is
scherpgesteld.
AE-vergrendeling wordt toegepast bij het middelste AF-
punt.
AF-modus
AI Focus AF
Schakelt
automatisch
tussen ONE
SHOT AF en AI
Servo AF
naargelang de
status van het
onderwerp.
AF-puntselectie
AE-vergrendeling wordt
toegepast bij het
geselecteerde AF-punt.
AI Servo AF
Bij beweging blijft het
onderwerp
scherpgesteld. De
belichting wordt
ingesteld op het
moment dat opname
wordt gemaakt.
De bovenstaande
voorwaarden gelden bij
continu-opnamen.
Tijdens continu-opnamen
(max. 3 opnamen/sec.)
wordt scherpgesteld.
Handmatige AF-
puntselectie