Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
6
5
9
0
De pictogrammen en markeringen die in deze handleiding verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera corresponderen met
de pictogrammen en markeringen op de camera zelf.
Voor meer informatie worden tussen haakjes
referentiepaginanummers gegeven (p. **).
De asterisk M rechts van de paginatitel geeft aan dat de betreffende
functie niet kan worden gewijzigd in de volautomatische modus <1>.
In de procedurebeschrijvingen wordt ervan uitgegaan dat de menufuncties
en persoonlijke voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen.
Het pictogram
(
), (
) of (
0
9
4 sec., 6 sec. of 16 sec. actief blijft nadat u de knop loslaat.
In deze handleiding worden de volgende waarschuwingssymbolen gebruikt:
: Bij het waarschuwingssymbool wordt een waarschuwing gegeven om
te voorkomen dat er opnameproblemen ontstaan.
: Bij dit opmerkingssymbool wordt aanvullende informatie gegeven.
20
In de tekst staat het pictogram <
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden
beschreven, wordt ervan uitgegaan dat de schakelaar
<
> is ingesteld op <
4
Het pictogram <
Het pictogram <
Bij alle handelingen met het instelwiel <
aangenomen dat de schakelaar <
<J>. Controleer of deze werkelijk is ingesteld op <J>.
In de tekst staat het pictogram <9> voor de
multifunctionele knop.
In de tekst staat het pictogram <0> voor de SET-
knop. Deze knop wordt gebruikt voor menufuncties en
aangepaste functies.
geeft aan dat de instelling in het menu kan worden gewijzigd.
3
) geeft aan dat de betreffende functie respectievelijk
8
> voor de aan-/uitschakelaar.
4
> of <J>.
1
> staat voor het hoofdinstelwiel.
6
> staat voor het snelkeuzewiel.
5
> wordt
5
> al ingesteld is op
4