Het afstellen instellen
U kunt de afbeelding bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte
afdrukken alsof de afbeelding opnieuw is samengesteld.
Snijd de afbeelding bij vlak voordat u deze afdrukt. Als u eerst het
bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat
u het bijsnijden opnieuw moet instellen.
136
Selecteer [Afstellen].
1
Draai het wiel <5> om [Afstellen] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
Het afstelscherm verschijnt.
Stel de opname af.
2
Het gedeelte van de opname dat binnen
het afstelframe valt, wordt afgedrukt.
De keuzebalk verdwijnt wanneer u
een afbeelding afstelt. Deze
verschijnt weer nadat de camera
5 seconden niet is gebruikt.
De grootte van het afstelframe wijzigen
Als u op de knop <u> of <I>
drukt, wijzigt u de grootte van het
afstelframe. Hoe kleiner het afstelframe,
hoe meer de afbeelding wordt vergroot.
Het afstelframe verplaatsen
Schuif met <9> in elke willekeurige richting
door de opname. Verplaats het afstelframe
totdat het gewenste gebied of de gewenste
samenstelling wordt weergegeven.
Het frame roteren
Met de knop <B> schakelt u
tussen de verticale en horizontale
stand van het afstelframe. U kunt een
horizontale afbeelding bijvoorbeeld
als verticale afbeelding afdrukken.