Een beeldstijl selecterenN
3
Door een beeldstijl te selecteren, kunt u de gewenste opname-effecten
verkrijgen.
U kunt ook de instellingen van elke beeldstijl aanpassen om uw eigen
beeldeffecten te creëren.
Beeldstijleffecten
Standaard
Het beeld ziet er levendig, scherp en helder uit. Deze beeldstijl
wordt gebruikt in de volautomatische modus <1>.
Portret
Voor mooie huidskleurtinten. Het beeld is vrij scherp en helder.
Door de [Kleurtoon] aan te passen (p. 54), kunt u de huidskleur wijzigen.
Landschap
Voor levendig blauw en groen, en zeer scherpe en heldere beelden.
Neutraal
Voor natuurlijke kleuren en ingetogen beelden. Het beeld wordt
niet scherper gemaakt.
Natuurlijk
Wanneer het onderwerp wordt gefotografeerd bij een
kleurtemperatuur van 5200 K, wordt de kleur colorimetrisch
bijgesteld, zodat deze overeenkomt met de kleur van het
onderwerp. Het beeld wordt niet scherper gemaakt.
Selecteer [Beeld stijl].
1
Draai het instelwiel <5> om [z
Beeld stijl] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm verschijnt waarin de
beeldstijl kan worden gekozen.
Selecteer een beeldstijl.
2
Draai het instelwiel <5> om de
gewenste beeldstijl te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
53