3 Afdrukopties
Afzonderlijke afbeeldingen selecteren voor afdrukken
142
Selecteer [Opdracht].
1
Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [Opdracht] en druk
vervolgens op <0>.
Het opdrachtscherm verschijnt.
Selecteer de opname die moet
2
worden afgedrukt.
Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te selecteren die moet
worden afgedrukt.
Druk op de knop <I> voor een
weergave van drie afbeeldingen. Als u wilt
terugkeren naar de weergave van een
enkele afbeelding drukt u op de knop <u>.
Weergave met drie afbeeldingen
Geef de afdrukopdracht.
3
De afdrukopdracht verschilt afhankelijk
van de instelling [Afdruktype] (p. 140).
Voor [Standaard] en [Beide]
Voor standaardafdrukken kunt u voor elke
afbeelding het aantal instellen (maximaal 99).
Druk op <0> en draai vervolgens aan het
instelwiel <5> om het aantal afdrukken te
selecteren. Druk vervolgens op <0>.