3 Instellingen persoonlijke voorkeuzenN
C.Fn-10
0: Aan
1: Uit
Het AF-punt in de zoeker gaat niet rood knipperen. Dit wordt
aanbevolen als u het vervelend vindt dat het telkens gaat branden.
Het AF-punt blijft branden wanneer u het selecteert.
C.Fn-11
Wanneer u op de knop <M> drukt, kunt u de menuscherminstelling vastleggen.
0: Vorige (boven in uitstand)
Geeft het voorgaande menuscherm weer dat werd gebruikt. Het bovenste
menuscherm [Kwaliteit] wordt weergegeven als de schakelaar <4> wordt
ingesteld op <2>.
1: Vorige
Geeft het voorgaande menuscherm weer dat werd gebruikt.
2: Boven
Geeft altijd het bovenste menuscherm weer [Kwaliteit].
C.Fn-12
0: Deactiveren
1: Activeren
Dit is handig voor close-up- en zoomlensopnamen en voorkomt dat de camera door
de spiegelbeweging gaat trillen. Zie pagina 97 voor het opklappen van de spiegel.
C.Fn-13AF punt selectiemethode
0: Normaal
Druk op de knop <S> en gebruik <9> om het AF-punt te selecteren.
1: Multifunctionele knop
Zonder eerst op de knop <S> te drukken, kunt u <9> gebruiken
om het gewenste AF-punt te selecteren. Wanneer u op de knop
<S> drukt, wordt de automatische AF-puntselectie ingesteld.
2: Hoofdinstelwiel
Zonder eerst op de knop <S> te drukken, kunt u het instelwiel <5> gebruiken
om direct een AF-punt te selecteren. Wanneer u de knop <S> ingedrukt houdt
en aan het instelwiel <6> draait, kunt u de belichtingscompensatie instellen.
154
Ingespiegeld display
Displaypositie menuknop
Spiegel opklappen