MISTACHTERLICHT fig. 86
WEGWIJS
Het mistachterlicht werkt alleen als het dimlicht of de
IN UW AUTO
buitenverlichting en mistlampen voor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld en knop 4 wordt
ingedrukt. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
4 branden. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of
VEILIGHEID
schakel het dimlicht en/of de mistlampen voor (indien
aanwezig) uit. Het gebruik van het mistachterlicht is afhankelijk
van de wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt u
aan de voorschriften.
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
fig. 86
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
86
fig. 87
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOP of met uitgenomen
sleutel, de draaiknop van de linker hendel eerst in stand O en
vervolgens in stand 6 of 2. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
ACHTERRUITVERWARMING fig. 87
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk voor inschakeling op de knop A. Bij ingeschakelde
achterruitverwarming zorgt een tijdschakeling ervoor dat de
verwarming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
HOOFDSTROOMSCHAKELAAR (ONDERBREKER)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De hoofdstroomschakelaar voor loskoppeling van de accu
wordt geactiveerd door de contactsleutel in stand BATT te
draaien, zoals is aangegeven op het speciale plaatje dat in fig.
88 staat afgebeeld. Om de contactsleutel in stand BATT te
kunnen draaien moet u op de (rode) knop A fig. 89 drukken.
De accu wordt losgekoppeld door onderbreking van de
massakabel circa 45 seconden nadat de sleutel in stand BATT
F0N0046m
is gedraaid.
Deze 45 seconden zijn nodig om:
❒ de inzittenden te gelegenheid te geven de auto te verlaten
en de portieren met behulp van de afstandsbediening te
vergrendelen;
❒ te garanderen dat alle elektrische systemen van de auto
uitgeschakeld zijn.
Bij losgekoppelde accu is toegang tot de auto uitsluitend
mogelijk nadat het slot van het bestuurdersportier met
behulp van de sleutel is ontgrendeld.
F0N0043m
branden.
3