Inhoudsopgave
Advertenties
Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer
van kinderen aangegeven:
WEGWIJS
IN UW AUTO
1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur op een van de
zitplaatsen achter omdat deze plaatsen bij een ongeval de
meeste bescherming bieden.
2) Als de airbag aan passagierszijde buiten werking wordt
VEILIGHEID
gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of het betreffende
gele lampje op het instrumentenpaneel continu brandt.
3) Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan de
STARTEN
instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te
EN RIJDEN
leveren. Bewaar de instructies samen met het
instructieboekje in de auto. Monteer geen gebruikte
kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
LAMPJES
4) Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door aan
EN MELDINGEN
de gordelband te trekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts één kind:
vervoer nooit twee kinderen in een systeem.
NOODGEVALLEN
6) Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het
kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijkende
houding aanneemt of de gordels losmaakt.
ONDERHOUD
EN ZORG
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen
pasgeboren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te houden.
TECHNISCHE
9) Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exemplaar
GEGEVENS
worden vervangen.
ALFABETISCH
REGISTER
138
ATTENTIE!
Monteer absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de passagiersstoel voor
als de airbag aan passagierszijde is ingeschakeld.
Als bij een ongeval de airbag in werking treedt
(opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot
gevolg hebben, ongeacht de zwaarte van het
ongeluk. Wij raden u aan kinderen altijd in een
geschikt kinderzitje op de zitplaatsen achter te
vervoeren, omdat die plaatsen bij een ongeval de
meeste bescherming bieden.
MONTAGEVOORBEREIDING
VOOR "ISOFIX UNIVERSEEL"-
KINDERZITJE
De auto is voorbereid op de montage van "Isofix
Universeel"-kinderzitjes; een nieuw gestandaardiseerd
Europees systeem voor het vervoeren van kinderen. In fig.
152 is een voorbeeld gegeven van het kinderzitje. Vanwege
het verschillende bevestigingssysteem, moet het kinderzitje
aan de daarvoor bestemde onderste metalen beugels A-fig.
153 worden bevestigd. Deze bevinden zich tussen de
rugleuning en zitting achter. Bevestig daarna de bovenste
gordel (bij het kinderzitje geleverd) aan de beugel B-fig. 154
aan de achterkant van de zitplaats. Er kan ook een mengvorm
worden gekozen, een traditioneel kinderzitje en een "Isofix
Universeel"-kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinderzitjes, alle zitjes
gebruikt kunnen worden die goedgekeurd zijn volgens de
ECE R44/03-richtlijn "Isofix Universeel".
Advertenties
Inhoudsopgave
