SYMBOLEN
WEGWIJS
IN UW AUTO
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn
plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht met daarop
symbolen die uw aandacht vragen en die
voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen,
als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
VEILIGHEID
Onder de motorkap fig. 2 is een plaatje aangebracht, waarop
de betekenis van de symbolen wordt verklaard.
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 2
4
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto
uitgerust met een elektronische startblokkering. Het systeem
schakelt automatisch in als de contactsleutel wordt
uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component
gemonteerd die bij het starten van de motor een signaal
ontvangt via een speciale antenne die in het start-/contactslot
is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten omgezet in
een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van
het CODE-systeem gezonden, die, als de code wordt
herkend, het starten van de motor mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR
draait, dan stuurt het Fiat CODE-systeem een code naar de
regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend,
de blokkering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het
Fiat CODE-systeem de door de sleutel verzonden code heeft
herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet,
schakelt de Fiat CODE de functies van de elektronische
regeleenheid van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het
instrumentenpaneel het waarschuwingslampje
en verschijnt er een melding op het display (zie het hoofdstuk
"Lampjes en Meldingen").
F0N0002m
Y
branden