Luchtfilter .................................. 221
WEGWIJS
Luchtroosters ........................... 52
IN UW AUTO
M
ilieu (bescherming) .............. 128
Ministeriële goedkeuring radiogolf-
VEILIGHEID
afstandsbediening ................... 273
Mistachterlicht
STARTEN
– bediening .............................. 86
EN RIJDEN
– gloeilamp vervangen .. 192-194
Mistlampen voor
LAMPJES
– afstellen ................................ 114
EN MELDINGEN
– bediening .............................. 85
– gloeilamp vervangen .......... 191
NOODGEVALLEN
Montagevoorbereiding
"Isofix"-kinderzitjes ............... 138
ONDERHOUD
Motor starten ........................... 147
EN ZORG
– motor opwarmen na het
starten .................................. 148
TECHNISCHE
– motor uitzetten .................. 148
GEGEVENS
– noodstart ............................. 173
– procedure ............................ 147
ALFABETISCH
– rollend starten .................... 174
REGISTER
– start-/contactslot ............... 12
280
– starten met
een hulpaccu ....................... 173
Motor
– code ...................................... 232
– identificatiecode ................. 233
– motorkap ............................. 110
– technische gegevens .......... 234
Motorcodes .............................. 232
Motorkap ................................... 110
Motorkoelvloeistof
– brandstofmeter .................. 16
– niveau controleren ............ 217
Motorolie
– niveau controleren ............ 215
– niveaumeter ........................ 17
– olieverbruik ......................... 216
– technische specificaties ..... 268
Motorruimte
– niveaus controleren ........... 213
– openen/
sluiten motorkap ................ 110
– reinigen ................................ 229
MSR (systeem) ......................... 118
N
iveaus (controleren) ............ 213
– koelvloeistof motor ........... 217
– motorolie ............................. 215
– olie hydraulische
stuurbekrachtiging ............. 220
– remvloeistof ........................ 219
– ruiten-/koplampsproeier-
vloeistof ................................ 218
Niveaus controleren ............... 213
Noodgevallen ........................ 173
Noodschakelaar voor
onderbreking brandstoftoevoer
en elektrische voeding .......... 88
O
lieniveaumeter ...................... 17
Onderhoud en zorg ........... 207
– Geprogrammeerd
onderhoud ........................... 207
– Onderhoudsschema ... 208-210
– periodieke controles .......... 212
– Zwaar gebruik van
de auto ................................. 212
Opbergruimte boven
in cabine .................................. 96
Opbergvak ................................. 91