VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
fig. 142
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan
de gordel om.
Maak de gordels vast door de gesp A in de sluiting B te
drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel de rolautomaat
blokkeert, laat dan de gordel een stukje teruglopen en trek
de gordel vervolgens weer geleidelijk uit.
Voor het losmaken van de gordel moet u op de knop C
drukken. Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te
voorkomen dat de gordelband draait.
fig. 142
VEILIGHEID
Via de oprolautomaat wordt de lengte van de gordel
automatisch aangepast aan het postuur van de drager en
wordt toch voldoende bewegingsvrijheid geboden.
Als de auto op een steile helling staat, kan de rolautomaat
blokkeren; dit is een normaal verschijnsel. Bovendien blokkeert
de rolautomaat als u de gordel snel uittrekt. Hij blokkeert ook
bij hard remmen, botsingen en bij hoge snelheden in bochten.
Druk tijdens het rijden niet op de knop
C-fig. 142.
HOOGTEVERSTELLING fig. 143
De hoogteverstelling van de
veiligheidsgordels mag alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Druk voor het afstellen op de knop A-fig. 143 en schuif de
beugel B omhoog of omlaag.
De hoogte van de gordel moet altijd worden aangepast aan
het postuur van de inzittende. Zo wordt de kans op letsel bij
een ongeval aanzienlijk verkleind.
F0N0069m
ATTENTIE!
ATTENTIE!
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
129