OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒ trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuwe snelheid
op;
of
❒ plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid iets
verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omhoog wordt
gehouden, verandert de snelheid traploos.
OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒ schakel het systeem uit en sla vervolgens de nieuwe
snelheid op;
of
❒ plaats de hendel omlaag (−) totdat de nieuwe snelheid is
bereikt die automatisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid iets
verlaagd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omlaag wordt
gehouden, verandert de snelheid traploos.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden
uitgeschakeld:
❒ door de draaiknop A in stand OFF te draaien;
❒ door de motor uit te zetten;
❒ door het rempedaal in te trappen of de handrem aan te
trekken;
❒ door het koppelingspedaal in te trappen;
❒ door een verzoek tot sequentieel schakelen bij
automatische versnellingsbak;
❒ als de snelheid van de auto onder de vastgestelde limiet
komt;
❒ door het gaspedaal in te trappen; in dat geval wordt het
systeem niet werkelijk uitgeschakeld, maar heeft het
acceleratie-verzoek voorrang op het systeem; de cruise-
control blijft ingeschakeld en het systeem stelt, na de
acceleratie, de hiervoor opgeslagen snelheid weer in,
zonder dat de knop RES ingedrukt hoeft te worden.
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch uit:
❒ als het ABS of ESP in werking treedt;
❒ als er een storing in het systeem is.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
81