5. Instelling bekijken en wijzigen
5.1 Door de menuschermen navigeren
Zo navigeert u door alle menuschermen en instellingen:
•
Gebruik de omhoog/omlaag-knop om het menu door te nemen.
•
Gebruik de linker- en rechterknop om de op de knoppen op het scherm gespecificeerde handelingen uit te
voeren.
5.2 De keypadvergrendelingsfunctie gebruiken
Opmerking: Wanneer de keypadvergrendeling aanstaat, blijven de alarmindicator/geluidonderbrekingsknop en de startknop
normaal werken.
1.
Open de Keypadvergrendelingsfunctie in het menu Opties. Deze functie dient om onverhoopte
wijzigingen van de instellingen van het apparaat te voorkomen. Deze functie vergrendelt de
navigatietoetsen (omhoog, omlaag, stop, links en rechts).
2.
Als de keypad is vergrendeld, moet u deze ontgrendelen voordat u het menu kunt openen. Wanneer u
op een van de navigatietoetsen drukt, verschijnt het bericht Keypad ontgrendelen. Om de keypad te
ontgrendelen, houdt u de rechterknop 5 seconden ingedrukt. Of druk op de linkerknop (Annuleren) om
de handeling Keypad ontgrendelen te annuleren.
3.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de keypad met succes is ontgrendeld. Wanneer het scherm is
ontgrendeld, kunt u het menu openen zoals u dat normaal zou doen door op de omhoog-knop te
drukken.
-
Er is een time-outperiode bij inactiviteit van de keypadvergrendeling. Nadat u de keypad hebt
ontgrendeld zoals aangeduid, wordt de keypad weer vergrendeld als er vijf minuten geen activiteit is
geweest.
De keypad wordt automatisch ontgrendeld als er een alarm optreedt of een informatiebericht wordt gegeven
en blijft ontgrendeld terwijl alarmen actief zijn.
Hoofdstuk 5 Instellingen bekijken en wijzigen
33