Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
2. Gebruik de pijlen naar rechts c en naar links e om tussen de maateenheden te bewegen.
Druk op Y/a om een vervolgkeuzemenu te openen om het item te wijzigen.
3. Selecteer de gewenste maateenheid. Het vervolgkeuzemenu wordt afgesloten.
4. Druk op N/X om de selecties te bevestigen en terug te gaan naar het menu Instellingen.
Gegevens opslaan
Door Gegevens opslaan te selecteren kunt u de hoeveelheid data die wordt opgenomen na
een triggerpunt regelen en kunt u de locatie instellen waar bestanden worden opgeslagen en
opgeslagen bestanden worden geladen.
Zie "Bestemming instellen voor bestandsbeheer" op pagina 59. Voer de onderstaande
procedure uit om de opslagvoorkeuren te wijzigen.
z
U stelt opslagvoorkeuren als volgt in:
1. Selecteer in het hoofdmenu Hulpprogramma's > Instellingen > Gegevens opslaan.
Het dialoogvenster Data opslaan wordt weergegeven (Afbeelding 5-72).
2. Selecteer de gewenste opties in de vervolgkeuzelijsten:
De vervolgkeuzelijst wordt automatisch gesloten als u een selectie maakt.
3. Druk op N/X om het dialoogvenster Gegevens opslaan te sluiten.
OPMERKING:
i
Het dialoogvenster Gegevens opslaan is ook beschikbaar in het menu Setup in het scherm
BESTANDSBEHEER.
Afbeelding 5-71
Afbeelding 5-72
–
% Na trigger bepaalt hoeveel nieuwe data er worden verzameld. Met de
standaardinstelling (30%) bestaat 30 procent van het opgeslagen bestand uit nieuwe
data en 70 procent uit data die zijn opgeslagen in de buffer.
–
Mijn gegevens bepaalt welke CF-kaartsleuf wordt gebruikt om data op te slaan.
Voorbeeld van het menu Engels/Metrisch
Voorbeeld van het dialoogvenster Data opslaan
63
Hulpprogramma's
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
