Bediening
Met Gegevensbeheer krijgt u toegang tot alle bestanden die u hebt opgeslagen en kunt u ze
beheren (Afbeelding 5-60).
1— Opgeslagen databestanden
2— LADEN, knop
3— CF-sleufindicators
4— BEWERKEN-knop
5— VERWIJDEREN-knop
6— KOPIËREN-knop
7— VERPLAATSEN-knop
8— ALLES SELECTEREN-knop
9— CF-geheugenindicator
10—Knop Setup
1
Welke opgeslagen bestanden beschikbaar zijn, hangt af van de CF-sleufbestemming die is
geselecteerd in het menu Setup. Zie "Bestemming instellen voor bestandsbeheer" op pagina 59
voor details.
Afbeelding 5-59
Afbeelding 5-60
Opent het geselecteerde opgeslagen bestand.
Geeft aan welke CF-sleuf is geselecteerd in Setup. Het linkerpictogram is CF-sleuf 2 en
het rechterpictogram is CF-sleuf 1. Door het pictogram voor CF-sleuf 2 staat een kruis
als er geen kaart in de sleuf is geplaatst terwijl de sleuf is ingesteld als bestemming.
Deze functie is momenteel niet beschikbaar.
Hiermee wist u de geselecteerde bestanden uit het geheugen.
Hiermee kunt u geselecteerde bestanden van de ene CF-sleuf naar
de andere kopiëren.
Hiermee kunt u geselecteerde bestanden van de ene CF-sleuf naar
de andere verplaatsen.
Hiermee selecteert u alle bestanden.
Hiermee geeft u de beschikbare hoeveelheid CF-kaartgeheugen weer.
Voorbeeld van het menu Bestandsbeheer
Voorbeeld van het scherm Gegevensbeheer
1
55
Opgeslagen gegevens bekijken