Bediening
De volgende opties zijn beschikbaar:
4. Druk op N/X om de knop Bekijken te deactiveren.
5.7.3 Cursors gebruiken
Als data op het scherm zijn bevroren in de grafische weergave, wordt op de bovenste
werkbalk de knop Cursor weergegeven (Afbeelding 5-51), zodat u digitale
amplitudemetingen van bevroren data kunt bekijken.
z
U gebruikt de cursor als volgt:
1. Selecteer de knop Pauzeren.
2. Selecteer de knop Cursor.
Er worden cursorlijnen weergegeven op de gepauzeerde data (Afbeelding 5-52).
De waarde waar de cursorlijn de gepauzeerde data doorsnijdt, wordt boven de cursorlijn
weergegeven.
3. Druk op de pijlen naar links e en naar rechts c om de cursor te verplaatsen.
4. Druk op N/X om de cursormodus af te sluiten.
5.7.4 In-/uitzoomen gebruiken
Met de knop In-/uitzoomen kunt u instellen hoeveel parameters op het scherm moeten
worden weergegeven in de PID-lijstweergave (Afbeelding 5-53) en kunt u de grootte van data
instellen in de grafische weergave (Afbeelding 5-54).
Handmatig schuiven: gebruik de pijlen omhoog b en omlaag d om door de data te
–
bladeren. Dit is de standaardinstelling.
–
Automatisch schuiven, snel: hierbij komen de data automatisch, ononderbroken,
op normale snelheid langs. Dit is de opnamesnelheid (de snelheid van de
gegevensoverdracht van de ECM).
–
Automatisch schuiven, langzaam: hierbij komen de data automatisch,
ononderbroken, op halve snelheid langs.
Afbeelding 5-51
Voorbeeld van een gepauzeerd scherm waarop cursors beschikbaar zijn
Afbeelding 5-52
Voorbeeld van cursors op gepauzeerde data
51
Data grafisch weergeven