Bediening
•
Als een frame niet werd vastgehouden voordat u afsloot, blijft de scanner op de
achtergrond datatransmissies ontvangen van de regelmodule, en wordt
dienovereenkomstig bijgewerkt. Door een printopdracht worden de meest actuele
metingen geprint die door de scanner zijn ontvangen. De datawaarden of foutcodes
kunnen zijn gewijzigd sinds u de regels voor het laatst hebt gezien.
Als de printer niet reageert of een storing heeft tijdens het printen, wordt een foutmelding
weergegeven (Afbeelding 5-13).
OPMERKING:
i
Een afdruk omvat mogelijk de voertuigidentificatie, maar de weergave van een film niet.
z
Om data te printen, doet u het volgende:
1. Controleer of de afdrukopties goed zijn ingesteld. Zie "Instellen voor printen" op pagina 18
voor details.
2. Selecteer Scherm afdrukken of Frame afdrukken.
Hierdoor wordt de printbewerking gestart (Afbeelding 5-14).
Als het afdrukken is voltooid, gaat de scanner automatisch terug naar het Einde-menu.
LED-menu
Met LED-menu kunt u de bediening van LED's op de scanner programmeren om bepaalde
digitale dataparameters te bewaken. Als een voertuig voor deze functies geen signalen
afgeeft, blijven de betreffende LED's ongebruikt.
De LED-toewijzingen blijven zoals geselecteerd totdat:
u de datalijst afsluit.
•
testfuncties worden gewijzigd bij een voertuig met een beperkte datastroom in een
•
bepaalde bedrijfsmodus. Als een voertuig bijvoorbeeld een beperkte datastroom heeft
voor een functietest, maar niet in de dataweergavemodus, keren aangepaste LED-
instellingen terug naar de eerder ingestelde toewijzingen wanneer u de testmodus wijzigt.
Afbeelding 5-13
Bericht dat printer niet kan worden geïnitialiseerd
Afbeelding 5-14
Bericht dat de printer wordt geïnitialiseerd
35
Scannerfuncties gebruiken