Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Navigatie
Schermindeling
Knop Scanner
Als de knop Scanner is geselecteerd, wordt de achtergrond van het eigenlijke scherm wit, wat
aangeeft dat de tekstweergave actief is (Afbeelding 4-5). Met de pijlen omhoog b en omlaag
d en de knoppen Y/a en N/X navigeert u in menu's.
Afbeelding 4-5
Actief Scanner-scherm
Als u in de bovenste werkbalk een andere knop selecteert met behulp van de pijlen links e en
rechts c in de tekstweergave, wordt de achtergrond van het eigenlijke scherm grijs, wat
aangeeft dat het scherm niet actief is (Afbeelding 4-6). Zie "Voertuigcommunicatie
beëindigen" op pagina 39 voor meer informatie.
Afbeelding 4-6
Inactief Scanner-scherm

4.1.2 Bufferbalk

De bufferbalk wordt weergegeven in de grafische en de PID-lijstmodus en geeft
aan hoeveel data worden opgeslagen in het tijdelijke geheugen van de scanner.
Wanneer een momentopname wordt genomen of een opslagoptie is geselecteerd,
haalt de scanner een deel van deze opgeslagen data op, legt hij data vast op het
triggerpunt en slaat hij aanvullende data op na het triggerpunt. Hiermee krijgt u een
volledig beeld van wat er vóór en na het triggerpunt is gebeurd.
De bufferbalk geeft de voortgang van het verzamelen van data aan. Als de buffer vol is,
wordt dat aangegeven door een knipperende, verticale streep rechts op de bufferbalk
(Afbeelding 4-7). als de buffer vol is, worden er nog steeds data verzameld. Oudere data
worden per frame verwijderd naarmate nieuwe data worden toegevoegd.
Afbeelding 4-7
Voorbeeld van volle databuffer
22

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave