Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snap-On SOLUS Gebruikershandleiding pagina 55

Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
Het gebied tussen de twee triggerniveaus bepaalt de triggervoorwaarde.
Elk gegevenspunt dat buiten de ingestelde voorwaarde valt, triggert het pauzeren
van de grafische weergave op het scherm.
5. Druk op Y/a als u wilt schakelen tussen triggerniveaulijnen tijdens het instellingsproces.
6. Druk na afloop van het instellen van het triggerniveau op N/X.
OPMERKING:
i
Er kunnen maximaal drie triggerniveaus voor parameters tegelijkertijd worden ingesteld,
maar er hoeft aan slechts één van de voorwaarden te worden voldaan om de trigger in gang
te zetten.
z
U kunt PID-triggeren als volgt activeren:
Selecteer in de bovenste werkbalk SNAPSHOT > PID-trigger.
Naast de menuoptie verschijnt een vinkje (Afbeelding 5-41).
OPMERKING:
i
Als 'Handmatig' is geselecteerd in het Snapshot-keuzemenu, kan het verzamelen van
snapshots handmatig worden gestart door op de knop Y/a te drukken.
Triggervertraging
Zodra de trigger wordt gedetecteerd, wordt een verzamelsnapshotdialoogvenster
weergegeven (Afbeelding 5-42) en worden data van na de triggerdetectie verzameld. Het
snapshot-bestand wordt automatisch met een SC(P)-aanduiding opgeslagen. Selecteer
Gegevens opslaan > Gegevensbeheer uit het hoofdmenu.
De hoeveelheid verzamelde data wordt opgegeven in de instelling % na trigger in
Hulpprogramma's > Instellingen> Gegevens opslaan. U kunt de snapshot handmatig
beëindigen door op een willekeurig moment tijdens de dataverzameling op Y/a te drukken.
Als de dataverzameling gereed is, stopt de grafische weergave op het scherm en verandert
de knop Pauzeren automatisch in de knop Afspelen (Afbeelding 5-43).
Afbeelding 5-41
Afbeelding 5-42
Voorbeeld van het dialoogvenster voor het verzamelen van snapshots
Afbeelding 5-43
Voorbeeld van de bovenste werkbalk in de pauzestand: knop Afspelen
Voorbeeld van geactiveerde triggers
48
Data grafisch weergeven

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave