NL
Para-
Functie
meter
S1.5
SELECTIE
VAN FUNCTIE
SENSOR T8
48
ONDERHOUDSPARAMETERS
Omschrijving
Hiermee wordt de functie bepaald van
sensor T8:
0- Geen sensor
1- RF2, kamertemperatuursensor voor het
tweede circuit.
2- EF2, sensor voor beveiliging van de
maximale temperatuur van de vloer
voor het tweede circuit. De hoogste
temperatuur wordt met parameter S3.11.
ingesteld.
3- RLF2, retoursensor van het mengcircuit
2. Activeert de begrenzing van het maxi-
male verschil tussen aanvoer en retour en
daarmee het maximale vermogen van het
verwarmingscircuit. Het verschil wordt
met parameter S3.14 ingesteld.
4 - RF1, kamertemperatuursensor voor
het eerste verwarmingscircuit.
5 - EF1, sensor voor beveiliging van de
maximale temperatuur van de vloer voor
het eerste circuit. De hoogste temperatu-
ur wordt met parameter S2.11. ingesteld.
6 - RLF1, retoursensor van het mengcir-
cuit 1. Activeert de begrenzing van het
maximale verschil tussen aanvoer en re-
tour en daarmee het maximale vermogen
van het verwarmingscircuit. Het verschil
wordt met parameter S2.14 ingesteld.
7 - BF3, sensor van de proceswatercir-
culatie. De sensor wordt gepositioneerd
aan het uiteinde van de proceswaterbuis.
Wanneer de regelaar een plotselinge tem-
peratuurverhoging registreert, dan wordt
de proceswatercirculatie ingeschakeld. De
looptijd van de pomp wordt met param-
eter P4.8 ingesteld.
8 - SVS, op de ingang T1 wordt de door-
stroomschakelaar van het proceswater
aangesloten. Sluit de schakelaar, dan
wordt de circulatiepomp voor proceswa-
ter door de regelaar geactiveerd. De
looptijd van de pomp wordt met param-
eter P4.8 ingesteld.
Instelmogeli-
jkheden
0- GEEN
SENSOR
1 - RF2
2 - EF2
3 - RLF2
4 - RF1
5 - EF1
6 - RLF1
7 - BF3
8 - SVS
9 - BF2
10 - AGF
11 - RFHP
12 - RLKF
13 - AGFTK
Handleiding onderhoud instellingen
Waarde
1