NL
INSTELLINGEN VOOR WARMWATER
Para-
Functie
meter
P4.1
GEWENSTE
TEMPERATUUR
VAN HET
PROCESWA-
TER BIJ HET
UITSCHAKELEN
VAN HET TIJD-
PROGRAMMA
P4.2 VOORRANG
VOOR DE PRO-
CESWATERVER-
WARMING VAN
CIRCUIT 1
P4.3 VOORRANG
VOOR DE PRO-
CESWATERVER-
WARMING VAN
CIRCUIT 2
P4.7 TIJDPROGR.
VOOR PRO-
CESWATERCIR-
CULATIE
P4.8 BEDRIJFSTIJD
VAN DE CIRCU-
LATIEPOMP
P4.9 RUSTTIJD VAN
DE CIRCULATIE-
POMP
42
ALGEMENE INSTELLINGEN
Omschrijving
Instelling van de gewenste proceswater-
temperatuur, wanneer het tijdprogram-
ma voor de proceswaterverwarming is
uitgeschakeld (OFF).
Bepaling of de proceswaterverwarming
voorrang krijgt t.o.v. de verwarming van
verwarmingcircuit 1.
Bepaling of de proceswaterverwarming
voorrang krijgt t.o.v. de verwarming van
verwarmingcircuit 2.
Bepaling van het tijdprogramma voor
het aansturen van de proceswatercir-
culatie.
Instelling 1 betekent werking na het
eerste tijdprogramma voor proceswa-
terverwarming.
Instelling 2 betekent werking na het
eerste tijdprogramma voor proceswa-
terverwarming.
Instelling 3 betekent werking na het
eerste tijdprogramma voor proceswa-
terverwarming, welke nu staat ingesteld.
Instelling van de interval voor de werk-
ing van de circulatiepomp. Na een
actieve interval volgt altijd een rustint-
erval.
Instelling van de rustinterval van de cir-
culatiepomp. De rustinterval volgt altijd
op een actieve interval.
Instelmogeli-
jkheden
4 ÷ 70 °C
0- NEE
1- JA
0- NEE
1- JA
1- PROG. 1
2- PROG. 2
3- EVENW.
PROG.
0 ÷ 600
sec.
0 ÷ 60 min
Handleiding onderhoud instellingen
Waarde
4
0
0
3
300
10