KETELREGELAAR K10B, K10, K20 INLEIDING Schakelpaneel K.. zijn moderne apparaten gebaseerd op microcontrollers, geprodu- ceerd in digitale SMT technologie. K.. regelaars zijn bedoeld voor de regeling van directe en/of mengcircuits voor verwarming of twee mengcircuits en warm water verwarming met ketel, zonnepanelen en andere energiebronnen.
INHOUD Inleiding ................................3 GEBRUIKERSHANDLEIDING Beschrijving regelaar ...........................6 Eerste instelling van de regelaar ......................7 Toetsenblok en adere toetsen ....................... 10 Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB ....................10 Grafisch LCD-scherm ...........................11 Beschrijving van symbolen op het display ..................12 Schermen help, berichten en waarschuwingen ................19 Openen van en navigeren door het menu ..................
Pagina 5
INHOUD Bronbesturing met de Y2-analoog output ..................89 Werkingsmodi in geval van slechte werking van sensoren ............90 Sensorsimulatie en werkingstest regelaar ..................91 INSTALLATIE HANDLEIDING Installatie regelaar ............................92 Muurinstallatie ..............................92 Installatie op de uitsnijding van het boilerpaneel ................. 93 Installatie op boiler ............................
BESCHRIJVING REGELAAR USB aansluiting om een pc aan te sluiten Grafisch display Uitstoot meten, STB testen Toetsenblok Programmeerbare sleutel Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB Regelaar aan- en uitzetten Gebruikershandleiding...
EERSTE INSTELLING VAN DE REGELAAR K.. schakelpaneels zijn uitgerust met een innovatieve oplossing Easy start die de instelling van de regelaar in slechts drie of vier gemakkelijke stappen inschakelt. Wanneer de regelaar voor de eerste keer op de elektrische voeding aangesloten wordt, toont het scherm eerst het bedrijfslogo en de eerste stap van de procedure van de instellingen van de regelaar wordt gestart.
EERSTE INSTELLING VAN DE REGELAAR U moet de taalkeuze met de knop bevestigen. Wanneer u het verkeerde schema kiest, keert u naar de schemakeuze terug met de knop Later kunt u het gekozen hydraulische schema met service parameter S1.1 wijzigen. 3.
EERSTE INSTELLING VAN DE REGELAAR 4. STAP - INSTELLING STEILHEID VERWARMINGSCURVE VOOR TWEEDE CIRCUIT Stel de steilheid van de warmtecurve voor het tweede verwarmingscircuit in. Wijzig de waarde met knoppen Bevestig het gekozen waarde door op drukken. U moet de steilheid van de warmtecurve met de knop bevestigen.
TOETSENBLOK EN ADERE TOETSEN Symbool Omschrijving Een stap terug, verlagen. Een stap vooruit, verhogen. Geeft toegang tot een menu, bevestigt keuze. Help. Terugkeren naar vorige. Regelaar aan- en uitzetten. Uitstoot meten, STB testen Druk op de toets om de bedieningsmodus voor het meten van uitstoot aan te zetten.
GRAFISCH LCD-SCHERM Op het LCD-scherm kunt u alle belangrijke gegevens over de werking van de regelaar opzoeken. BESCHRIJVING EN VOORSTELLING VAN HET BASISSCHERM: Bedieningsmodus Operatie modus Status van de outputs van de regelaar Gebruikersfuncties Herziening van gemeten temperaturen Ruimte-eenheid T1=20 T3= 55 T5=45 T7=--- °C...
BESCHRIJVING VAN SYMBOLEN OP HET DISPLAY SYMBOLEN VOOR VERWARMINGSCIRCUITS Symbool Omschrijving Het eerste (gemengd) verwarmingscircuit. Het tweede (direct of gemengd) verwarmingscircuit. Warmwaterverwarming. SYMBOLEN VOOR INDICATIE WERKINGSMODUS Symbool Omschrijving Kamerverwarming. Kamerafkoeling. Werking volgens de programmatimer - dagtemperatuur. * Werking volgens de programmatimer - nachttemperatuur. * Werkingsmodus gevraagde dagtemperatuur.
BESCHRIJVING VAN SYMBOLEN OP HET DISPLAY SYMBOLEN VOOR GEBRUIKERSFUNCTIES Symbool Omschrijving Bedieningsmodus PARTY. Bedieningsmodus ECO. Bedieningsmodus Vakantie. Eenmalige warmwaterverwarming. Bescherming tegen legionella. Boiler voor vloeibare brandstof uitgeschakeld (geblokkeerd). Boiler voor vaste brandstof ingeschakeld. Automatische overschakeling naar zomermodus. Vloerdrogen geactiveerd. Werking met constante voorstroomtemperatuur. Activering van op afstand.
Pagina 14
BESCHRIJVING VAN SYMBOLEN OP HET DISPLAY Symbool Omschrijving Temperatuur boiler voor vloeibare brandstof. Temperatuur boiler voor vaste brandstof. Temperatuur gasboiler. Temperatuur van warmtebron verkregen door BUS-verbinding. Gecombineerde boilertemperatuur (voor vloeibare en vaste brandstof). Temperatuur warmtebron - sensor toevoertemperatuur. Temperatuur voorstroom.* Temperatuur retourpijp.* Warmwatertemperatuur.
Pagina 15
BESCHRIJVING VAN SYMBOLEN OP HET DISPLAY Symbool Omschrijving Temperatuur boiler vaste brandstof - programmeerbare differentieelthermostaat. Temperatuur boiler - programmeerbare differentieelthermostaat. Temperatuur opslagtank warmwater - programmeerbare differentieelthermostaat. Bypass pomp - programmeerbare differentieelthermostaat. Brander. Brander - tweede stadium. Bypass pomp van het verwarmingscircuit (knipperend betekent dat de pomp uitgeschakeld zal worden nadat de tijd verstreken is).
Pagina 16
BESCHRIJVING VAN SYMBOLEN OP HET DISPLAY Symbool Omschrijving Omschakeling ketel, d. h. w. overschakelen Output werking volgens programmatimer. T1, T2, T3,...T8 Temperatuur gemeten door sensoren T1, T2, T3, T4, T5, T6, T7 of T8. TR1, TR2 Temperatuur gemeten door een kamersensor of kamerunit. Buitentemperatuur, verkregen door de bus-verbinding.
BESCHRIJVING VAN SYMBOLEN OP HET DISPLAY SYMBOLEN VOOR BESCHERMFUNCTIES Symbool Omschrijving Vloeibare brandstof ketel beveiliging tegen oververhitting. Bescherming tegen oververhitting boiler vaste brandstof. Bescherming tegen oververhitting zonnecollectoren. Bescherming tegen oververhitting boiler. Bescherming tegen oververhitting warmwatertank. Bescherming tegen oververhitting warmwatertank - koeling naar de boiler.
BESCHRIJVING VAN SYMBOLEN OP HET DISPLAY Symbool Omschrijving Tussenliggende (slave) controller in BUS-netwerk. De laatste (slaaf) controller in het BUS-netwerk. SYMBOLEN VOOR BERICHTEN EN WAARSCHUWINGEN Symbool Omschrijving Bericht Wanneer de maximumtemperatuur overschreden wordt of wanneer een beschermfunctie ingeschakeld wordt, zal een s ymbool op het scherm knipperen.
SCHERMEN HELP, BERICHTEN EN WAARSCHUWINGEN Door op de knop e drukken, wordt het scherm met berichten een waarschuwingen getoond. Een nieuw scherm met de volgende pictogrammen zal getoond worden: Korte instructies Korte instructies over het gebruik van de regelaar. Versie regelaar Controleer het type regelaar en de programmaversie.
OPENEN VAN EN NAVIGEREN DOOR HET MENU Om het menu te openen, drukt u op Om door het menu te navigeren, gebruikt u en bevestigt u uw keuze door op te drukken. U kunt naar het vorige scherm terugkeren door op te drukken.
Pagina 21
STRUCTUUR EN BESCHRIJVING MENU GEBRUIKSFUNCTIES GEBRUIKSFUNCTIES VOOR HET EERSTE VERWARMINGSCIRCUIT Bedieningsmodus PARTY. Bedieningsmodus ECO. Bedieningsmodus Vakantie. Functie uitschakelen. GEBRUIKSFUNCTIES VOOR HET TWEEDE VERWARMINGSCIRCUIT* Bedieningsmodus PARTY. Bedieningsmodus ECO. Bedieningsmodus Vakantie. Functie uitschakelen. GEBRUIKERSFUNCTIES WARMWATER. Eenmalige inschakeling warmwaterverwarming. Functie uitschakelen. GEBRUIKERSFUNCTIES VOOR ENERGIEBRONNEN** Eenmalige inschakeling van de boiler voor vloeibare brandstof.
STRUCTUUR EN BESCHRIJVING MENU Opstart van boiler voor vaste brandstof. Functie uitschakelen. KEUZE BEDIENINGSMODUS WERKINGSMODUS VOOR HET EERSTE VERWARMINGSCIRCUIT Bedrijfsmodus volgens het geselecteer- de tijdprogramma. Gewenste kamer- temp. is ingesteld op de controller of op de ruimte-unit, indien aangesloten. Werkingsmodus volgens de dagtemperatuur. Werkingsmodus volgens de nachttemperatuur.
STRUCTUUR EN BESCHRIJVING MENU Uitschakelen. SELECTIE VAN WERKINGSMODUS VERWARMING OF KOELING MANUELE WERKING VAN OUTPUTS UITSTOOTANALYSE TIJDPROGRAMMA‘S TIJDPROGRAMMA VOOR HET EERSTE VERWARMINGSCIRCUIT Het eerste tijdprogramma. Het tweede tijdprogramma. TIJDPROGRAMMA VOOR HET TWEEDE VERWARMINGSCIR- CUIT * Het eerste tijdprogramma. Het tweede tijdprogramma. TIJDPROGRAMMA VOOR WARMWATER.
STRUCTUUR EN BESCHRIJVING MENU BASISINSTELLINGEN Gebruikerstaal. Datum en tijd. SCHERMINSTELLINGEN Duur van actieve schermverlichting en terugkeer naar hoofdmenu. Intensiteit van actieve schermverlichting. Intensiteit van stand-by schermverlichting. Contrast. GEGEVENSOVERZICHT Grafische weergave van de bedrijfsuren van de eerste en tweede brandertrap. Grafische weergave van dagtemperaturen voor de voorbije week.
Pagina 25
STRUCTUUR EN BESCHRIJVING MENU Warmwaterinstellingen. Instellingen voor boilers. Instellingen voor alternatieve energiebronnen. ONDERHOUDSPARAMETERS Algemene onderhoudsparameters. Onderhoudsparameters voor het eerste verwarmingscircuit. Onderhoudsparameters voor het tweede verwarmingscircuit. Onderhoudsparameters voor warmwater Onderhoudsparameters voor boilers. Onderhoudsinstellingen voor alternatieve energiebronnen. Onderhoudsinstellingen voor de warmtepomp. FUNCTIE PARAMETERS Parameters voor het drogen van de vloer.
STRUCTUUR EN BESCHRIJVING MENU FABRIEKSINSTELLINGEN Reset van regelparameters. Reset van tijdprogramma‘s. Reset van alle instellingen en eerste instelling van de regelaar. Gebruikersinstellingen opslaan. Gebruikersinstellingen uploaden. Gebruikershandleiding...
TEMPERATUURINSTELLINGEN Het menu toont de beschikbare temperatuur door het gekozen hydraulische schema. Selecteer de temperatuur met knoppen Een nieuw scherm met temperaturen zal geopend worden. Geselecteerde Huidige waarde van gevraa- temperatuur gde temp. (numeriek scherm) Laatst bevestigde waarde van instelling Grafische weergavevan Fabriekswaarde...
GEBRUIKERSFUNCTIES Gebruiksfuncties bieden extra comfort en voordelen van het gebruik van de regelaar. De volgende gebruikersfuncties zijn nu beschikbaar in het menu: Eerste verwarmingscircuit Tweede verwarmingscircuit* Warmwater Energiebronnen ** * Functies zijn enkel beschikbaar voor schema’s met twee verwarmingscircuits. ** Functies zijn enkel beschikbaar voor schema’s met een boiler voor vloeibare brandstof en een voor vaste brandstof.
GEBRUIKERSFUNCTIES Om de vervaldatum en de gewenste temperatuur in te stellen, selecteert u opnieuw pictogram. Gebruik nu knoppen om de instelling te selecteren die u wilt wijzigen en druk op . De waarde begint te knipperen. Wijzig de waarden met knoppen , en bevestig met de knop Verlaat de instelling door op...
KEUZE BEDIENINGSMODUS In het menu kunt u de werkingsmodus voor ieder verwarmingscircuit, warmwater- verwarming en andere bedieningsmodi kiezen. De volgende bedieningsmodi zijn nu beschikbaar in het menu: Eerste verwarmingscircuit Tweede verwarmingscircuit* Warmwater Manuele bediening Overschakeling tussen verwarming en koeling Analyse uitstoot * Het menu is enkel beschikbaar in schema’s met twee verwarmingscircuits.
KEUZE BEDIENINGSMODUS MANUELE BEDIENINGSMODUS Deze bedieningsmodus wordt gebruikt voor het testen van het verwarmingscircuit of bij een defect. Elke bedieningsoutput kan manueel in- of uitgeschakeld worden of op automatische werking ingesteld worden. Navigeer tussen individuele outputs R1 tot R9 met knoppen .
INSTELLINGEN TIJDPROGRAMMA’S Wekelijkse tijdprogramma’s schakelen automatische overschakeling tussen dag- en nachttemperatuur of activatie en uitschakeling van warmwaterverwarming in. Eerste verwarmingscircuit Tweede verwarmingscircuit Warmwater Voor elk verwarmingscircuit zijn twee tijdprogramma’s beschikbaar: Eerste tijdprogramma Tweede tijdprogramma HET TIJDPROGRAMMA WIJZIGEN Selecteer het gewenste verwarmingscircuit en tijdprogramma met knoppen .
INSTELLINGEN TIJDPROGRAMMA’S TIJDPROGRAMMA BEWERKEN Een nieuw scherm verschijnt met de weergave van tijdprogramma en drie pictogrammen om het pro- gramma te wijzigen: Vrije beweging van de cursor Tekenen van interval uitschakeling of nachttemperatuur Tekenen van interval inschakeling of dagtemperatuur Selecteer het gewenste besturingspictogram met knoppen en bevestig de keuze door op de knop te drukken.
BASISINSTELLINGEN Dit menu is bedoeld voor de instelling van taal, tijd, datum en weergave. GEBRUIKERSTAAL Selecteer de gewenste gebruikerstaal met knoppen en bevestig door op drukken. Verlaat de instelling door op te drukken. TIJD EN DATUM Navigeer door de individuele gegevens met knoppen .
BASISINSTELLINGEN SCHERMINSTELLINGEN De volgende instellingen zijn beschikbaar: Duur van actieve schermverlichting en terugkeer naar hoofdmenu. Intensiteit van actieve schermverlichting. Intensiteit van stand-by schermverlichting. Contrast. Selecteer en bevestig de gewenste instelling met de knoppen Huidige instellingswaarde Grafisch symbool (numeriek) Laatst bevestigde instellingswaarde Huidige instellingswaarde...
GEGEVENSOVERZICHT De volgende pictogrammen om toegang te krijgen tot gegevens over de bediening van de regelaar zijn in het menu beschikbaar: GRAFISCHE WEERGAVE VAN DE BEDRIJFSUREN VAN DE EERSTE EN TWEEDE BRANDERTRAP GRAFISCHE WEERGAVE VAN DAGTEMPERATUREN VOOR DE VOORBIJE WEEK. Grafische weergave van dagtemperatuur voor iedere sensor.
PARAMETERS REGELAAR Alle extra instellingen en aanpassingen van de bediening van de regelaar worden via parameters uitgevoerd. Gebruikers-, service- en functieparameters zijn beschikbaar. Ze zijn beschikbaar op het tweede menuscherm. In iedere groep kunnen enkel de parameters die in het geselecteerde hydraulische schema gebruikt worden, gezien worden.
ALGEMENE INSTELLINGEN ALGEMENE INSTELLINGEN Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden AUT. OMSCHA- P1.1 Automatische uitschakeling van de 0- NEE KELING ZOMER/ verwarming, wanneer de gemiddelde 1- JA WINTER dagtemperatuur hoger is dan de ingestelde omschakeltemp. P1.2 GEMIDDELDE Instelling van de gemiddelde een- 10 ÷...
Pagina 39
ALGEMENE INSTELLINGEN Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden P1.10 NIVEAU VOR- Met deze instelling bepalen we het 0 - GEEN STBEVEILIGING beschermingsniveau tegen vorst, dat BESCHER- afhankelijk is van de evaluatie van de MING mogelijkheden op vorst in de faciliteit. 1 - NIVEAU 1 Kies niveau 0 indien er geen mogelijk- 2 - NIVEAU...
ALGEMENE INSTELLINGEN INSTELLINGEN VOOR HET EERSTE VERWARMING- SCIRCUIT Para- Functie Omschrijving Instelmog- Waarde meter elijkheden P2.1 STEILHEID VER- De helling van de warmtecurve 0,1 ÷ 2,6 0,5 - vloer WARMINGSCURVE toont de vereiste temperatuur voor 1,0 - radi- de verwarmingselementen door atoren een bepaalde buitentemperatuur.
ALGEMENE INSTELLINGEN INSTELLINGEN VOOR HET TWEEDE VERWARMING- SCIRCUIT Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden P3.1 STEILHEID VERWARM- De helling van de warmtecurve 0,1 ÷ 2,6 0,5 - INGSCURVE toont de vereiste temper- vloer atuur voor de verwarmingse- 1,0 - ra- lementen door een bepaalde diatoren buitentemperatuur.
ALGEMENE INSTELLINGEN INSTELLINGEN VOOR WARMWATER Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden P4.1 GEWENSTE Instelling van de gewenste proceswater- 4 ÷ 70 °C TEMPERATUUR temperatuur, wanneer het tijdprogram- VAN HET ma voor de proceswaterverwarming is PROCESWA- uitgeschakeld (OFF). TER BIJ HET UITSCHAKELEN VAN HET TIJD- PROGRAMMA...
ALGEMENE INSTELLINGEN INSTELLINGEN VOOR BOILERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden MINIMALE TEMP. VAN DE P5.1 Instelling van de minimale 1 ÷ 90 °C VLOEIBARE BRANDST- temperatuur van de vloeibare OFKETEL brandstofketel. MINIMALE TEMP. VAN DE P5.2 Instelling van de minimale 10 ÷...
ALGEMENE INSTELLINGEN INSTELLINGEN VOOR ALTERNATIEVE ENERGIEBRONNEN Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden P6.1 VERSCHIL SCHAKE- Instelling van het verschil tussen de 5 ÷ 30 °C LAAR AAN BRON collector of vaste brandstofketeltem- peratuur en de proceswatertemper- atuur of buffervattemperatuur waarbij de Solarpomp wordt ingeschakeld.
ONDERHOUDSPARAMETERS Onderhoudsparameters zijn verdeeld in de volgende groepen: S1 - algemene instellingen, S2 - instellingen voor het eerste verwarmingscircuit, S3 - instellingen voor het tweede verwarmingscircuit S4 - instellingen voor warmwater, S5 - instellingen voor boilers, S6 - instellingen voor alternatieve energiebronnen en S7 - instellingen voor de warmtepumpe.
ONDERHOUDSPARAMETERS ALGEMENE ONDERHOUDSINSTELLINGEN Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden HYDRAULISCH S1.1 Keuze van het gewenste hydraulische Afhankelijk SCHEMA schema. van het type regelaar DEBLOKKEER- S1.2 Het is mogelijk om de code te wijzigen 0000 - 9999 0001 CODE VOOR die noodzakelijk is om in het onderhouds- HET OPENEN menu te komen.
Pagina 47
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S1.4 SELECTIE VAN 5- SVS, op de ingang T1 wordt de door- 0- GEEN FUNCTIE SEN- stroomschakelaar van het proceswater SENSOR SOR T1 aangesloten. Sluit de schakelaar, dan 1- RF1 wordt de circulatiepomp voor proceswa- 2- EF1 ter door de regelaar geactiveerd.
Pagina 48
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S1.5 SELECTIE Hiermee wordt de functie bepaald van 0- GEEN VAN FUNCTIE sensor T8: SENSOR SENSOR T8 0- Geen sensor 1 - RF2 1- RF2, kamertemperatuursensor voor het 2 - EF2 tweede circuit. 3 - RLF2 2- EF2, sensor voor beveiliging van de 4 - RF1...
Pagina 49
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S1.5 SELECTIE 9 - BF2, extra sensor in de verwarmer 0- GEEN VAN FUNCTIE van het proceswater. Aangezien deze is SENSOR SENSOR T8 ingebouwd in het bovenste gedeelte van 1 - RF2 de boiler, wordt het naverwarmen van het 2 - EF2 proceswater pas ingeschakeld wanneer...
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S1.6 DIGITALE Deze instelling bepaalt het functioneren 0- GEEN INGANG T1, van de regelaar, wanneer er een kortsluit- FUNCTIE T6, T8 ing ontstaat in ingang T1, T6 of T8. 1- AFSTAND- 0- Digitale ingang heeft geen functie. SCHAKE- 1 –...
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S1.8 ACTIVERING Hier wordt bepaald of de activering op 1- LOKAAL OP AFSTAND afstand alleen door de locale bediening 2- VANAF VIA BUS plaats vindt of ook via de hoofdschake- MASTER laar. KEUZE VAN S1.9 Hier wordt bepaald op welk circuit de...
Pagina 52
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S1.12 FUNCTIE VAN Met deze instelling kan een van de func- 0- GEEN DE UITGANG ties van de relaisuitgang R9 worden FUNCTIE gekozen. 1- KTF 0- Geen functie. 2- KF2 1- Solar-verschilthermostaat. 3- CIRCU- 2- Ketel-verschilthermostaat.
ONDERHOUDSPARAMETERS ONDERHOUDSINSTELLINGEN VOOR HET EERSTE VERWARMINGSCIRCUIT Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S2.1 INVLOED Instellen van de invloed van de 0,0 ÷ 3,0 AFWIJKING kamertemperatuurafwijking op de KAMERTEMPER- berekende aanvoertemperatuur. ATUUR Lage waarde betekent een kleinere uitwerking en hogere waarde een grotere invloed op de regelaar.
Pagina 54
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S2.5 MINIMALE Instelling van de minimale aanvoer- 10 ÷ 90 °C TEMPERATUUR temperatuur, wanneer de verwarm- VOORSTROOM ing in bedrijf is. S2.6 MAXIMALE Het instellen van de bovengrens van 20 ÷ 150 °C 45- Vloer TEMPERATUUR de maximale aanvoertemperatuur.
Pagina 55
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S2.13 TEMPERATUUR- Met deze instelling wordt de -10 ÷ 10 °C 0 VERSCHUIVING minimaal noodzakelijke aanvoer- BIJ HET IN- temperatuur gecorrigeerd, om de SCHAKELEN VAN mengklepregeling in te schakelen. DE VERWARMING Negatieve waardes geven het inschakelen van de regelaar aan bij laag berekende aanvoertempera- turen, en positieve waardes geven...
ONDERHOUDSPARAMETERS ONDERHOUDSINSTELLINGEN VOOR HET TWEEDE VERWARMINGSCIRCUIT Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S3.1 INVLOED Instellen van het effect van de kamertem- 0,0 ÷ 3,0 AFWIJKING peratuurafwijking op de berekende aanvo- KAMERTEMPE- ertemperatuur. RATUUR Lage waardes betekenen een kleiner effect, hoge waardes betekenen een groter effect op de regelaar.
Pagina 57
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S3.5 MINIMALE Het instellen van de minimale aanvoertem- 10 ÷ 90 °C TEMPERATUUR peratuur wanneer de verwarming in bedrijf VOORSTROOM S3.6 MAXIMALE Het instellen van de begrenzing van de 20 ÷ 150 °C 45- TEMPERATUUR maximale aanvoertemperatuur.
Pagina 58
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S3.13 TEMPERATU- Met deze instelling wordt de minimale aan- -10 ÷ 10 °C 0 URSVERSCHU- voer-temperatuurbehoefte gecorrigeerd, IVING BIJ UIT- om daarmee het regelen van de mengklep SCHAKELEN te activeren. Een lage waarde betekent dat VERWARMING de regeling al bij een laag berekende aan- voertemperatuur wordt geactiveerd, hoge...
ONDERHOUDSPARAMETERS ONDERHOUDSINSTELLINGEN VOOR WARMWATER Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S4.1 FUNCTIE VAN DE Met deze instelling kan een van de 1- CON- UITGANG R5 additionele functies van de relaisuit- FORM gang R5 worden gekozen. SCHEMA 1- Functioneert conform het gekozen 2- TIJD- hydraulische schema.
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S4.6 LEGIONELLABEVEI- De inschakeldag van de legionellabe- 1- MA LIGING - INSCHA- veiliging wordt hiermee ingesteld. 2- DI KELDAG 3- WO 4- DO 5- VR 6- ZA 7- ZO S4.7 LEGIONELLABEVEI- De inschakeltijd van de legionellabe- 0 ÷...
Pagina 61
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S4.11 MIN. KAMERTEMP. Zolang de kamertemperatuur hoger 5 ÷ 30 °C MET WARMTEPOMP is dan de ingestelde waarde, blok- VOOR PROCESWA- keert de regelaar de verwarming van proceswater uit het centraleverwar- mingssysteem. Het water wordt alleen door de ingebouwde warmtepomp verwarmd.
ONDERHOUDSPARAMETERS ONDERHOUDSINSTELLINGEN VOOR BOILERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S5.1 MAXIMALE KETEL- Het instellen van de maximale ketel- 60 ÷ 160 °C 90 TEMPERATUUR temperatuur voor de vloeibare brand- stofketel. S5.2 HYSTERESE Met deze instelling wordt de brandera- -1- UIT EN HET SOORT ansturing en Hysterese bepaald:...
Pagina 63
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S5.6 KETELFUNCTIE Met deze instelling wordt ingesteld, 0- CONTI- MET MINIMALE wanneer de ketel op de minimaal inge- TEMPERATUUR steld temperatuur dient te verwarmen. 1- ALLEEN Functioneert alleen bij actief verwar- OVERDAG men.
Pagina 64
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S5.14 MINIMALE TEMP. Met deze instelling wordt de minimaal 10 ÷ 90 °C VAN DE RETOUR toegestane retourtemperatuur in de NAAR DE KETEL ketel bepaald bij klassieke of high- rendement ketels. De instelling is alleen van toepassing bij hydraulische schema’s, die het begrenzen van de retourtemperatuur als optie hebben.
Pagina 65
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S5.18 MAXIMALE TEMP. Ingesteld wordt de maximale tempe- 70 ÷ 350 °C 200 VAN DE ROOK- ratuur van de rookgassen. Wordt de GASSEN ingestelde temperatuurwaarde van de rookgassen overschreden, geeft de regelaar een waarschuwing. Voor deze functie is een rookgassensor en de instelling S1.4=9 (voor T1) of S1.5=10 (voor T8) noodzakelijk.
ONDERHOUDSPARAMETERS ONDERHOUDSINSTELLINGEN VOOR ALTERNATIEVE ENERGIEBRONNEN Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S6.1 BEVEILIGING VAN Met deze instelling wordt de maximale 0- NEE DE MAXIMALE beveiligingstemperatuur van de zonne- 1- JA TEMPERATUUR collectoren of de vaste brandstofketel VAN DE COLLEC- ingesteld.
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S6.6 WERKING VAN Met deze instelling wordt bepaald, -1 - GELIJK- DE VLOEIBARE of het verwarmen met de vloeibare TIJDIG BRANDSTOFKETEL brandstofketel met de collectoren of 0 ÷ 600 vaste brandstofketel gelijktijdig func- MIN VERTR.
Pagina 68
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S6.10 WERKWIJZE Met deze instelling kiezen we de werk- 0- AAN/UIT POMP wijze van de pomp. 1- TPM 0- AAN/UIT betekent dat de pomp 2- PWM met het maximum aantal toeren draait 3- PWM, 1- TPM wijze wordt uitsluitend gebruikt INVERT.
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S6.14 MAX. PWM / 0-10 Maximum rotatie voor de pomp is 60 ÷100 % V VOOR POMP ingesteld. De instelling is enkel geldig voor de snelheidsregeling van een zeer doeltreffende circulatiepomp. S6.15 UITSCHAKELINGS- Een controllersignaal is ingesteld waar- 0 ÷...
Pagina 70
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S7.5 WARMTEPOMP - Instelling van buitentemperatuur voor -30 ÷ 20 BUITENTEMPERA- tweewaardige werkingsmodus van °C TUUR warmtepomp en andere warmtebron. VOOR TWEEWA- Onder de ingestelde temperatuur maakt ARDIGE WERKIN- de regelaar meteen een omschakeling GSMODUS tussen de warmtebronnen wanneer de warmtepomp niet de gevraagde tempe-...
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S7.11 Y2 – KUEZE Met deze de instelling kiezen we de 1- 0-10V WERKWIJZE werkwijze van de analoge uitgang Y2. TEMP. 1- 0-10V TEMP. BRON BRON De stuurspanning Y2 betekent de 2- 0-10V gewenste temperatuur van de warmte- TEMP.
Pagina 72
ONDERHOUDSPARAMETERS Para- Functie Omschrijving Instelmogeli- Waarde meter jkheden S7.15 Y2 – TEMPERA- Voor de instelling van de gewenste 0 ÷ 100 °C 0 TUUR VOOR MI- temperatuur van de warmtebron bij een NIMAAL NIVEAU minimaal niveau van het stuursignaal Y2. (°C) S7.16 Y2 - TEMPERA- Voor de instelling van de gewenste...
PARAMETERS VOOR HET DROGEN VAN DE VLOER Groep F1 bevat de parameters voor de instelling van het drogen van vloeren. De procedure voor het instellen van functieparameters is dezelfde als de procedure voor onderhoudsinstellingen. TABEL MET BESCHRIJVINGEN VAN PARAMETERS Para- Functie Instelmogelijkheden Waarde...
STANDAARDINSTELLINGEN Het menu bevat de opties om u te helpen de regelaar in te stellen. RESET VAN REGELAARPARAMETERS Reset alle parameterinstellingen P1, P2, P3, P4, P5, P6, S1 (behalve S1.1), S2, S3, S4, S5, S6 en F naar fabrieksinstellingen. RESET VAN TIJDPROGRAMMA’S Verwijdert het ingestelde tijdprogramma en keert terug naar het tijdpro- gramma dat in de fabriek ingesteld werd.
BESCHRIJVING BASISWERKING MENGCIRCUIT VOOR VERWARMING STAND-PIPE TEMPERATURE CALCULATION De bovenste begrenzing van de temperatuurberekening van de standbuis wordt ingesteld met maximum standbuistemperatuur - parameters S2.6 en S3.6, onderste begrenzing wordt ingesteld met minimum standbuistemperatuur - parameters S2.5 en S3.5. Parameters S2.1 en S3.1 worden gebruikt om de invloed van de afwijking van de kamertemperatuur op de temperatuurberekening van de standbuis, en met parameters P2.2 en P3.2 kunt u de parallelle verschuiving van de verwarmingscurve aanpassen.
BESCHRIJVING BASISWERKING Als de temperatuur van de warmteaccumulator de maximumtemperatuur van de warm- teaccumulator overschrijdt (parameter S5.13), wordt de beveiliging voor oververhitting van de warmteaccumulator geactiveerd, waardoor de mengkraan geopend wordt tot de maximum standbuistemperatuur (parameters S2.6 en S3.6). De beveiliging is uitgeschakeld, wanneer de temperatuur van de warmteaccumulator onder de maximumtemperatuur valt.
BESCHRIJVING BASISWERKING INTENSIEF - VERWARMING BOOST Met de parameters P2.3, P2.4 en P3.3 en P3.4 kunt u de tijd en intensiteit van intensieve (BOOST) verwarming definiëren, die wordt geactiveerd bij de overgang van het tijdpro- gramma van nacht- naar dagverwarmingsinterval. WARMTECURVE Door de warmtecurve aan te passen, is de regelaar aangepast aan het gebouw.
Pagina 78
BESCHRIJVING BASISWERKING DIAGRAM WARMTECURVE Tv (°C) Buitentemperatuur Ta (°C) Handleiding onderhoud instellingen...
BESCHRIJVING BASISWERKING BOILER VOOR VLOEIBARE BRANDSTOF Voor de vereiste temperatuur van de boiler voor vloeibare brandstof, wordt de hoogste temperatuur uit onderstaande lijst genomen: - berekende eerste standbuistemperatuur, verhoogd voor de waarde van parameter S5.3, - berekende tweede standbuistemperatuur, verhoogd voor de waarde van parameter S5.4, - gewenste warmwatertemperatuur, verhoogd voor de waarde van parameter S5.5, - berekende boilertemperatuur van een extra direct verwarmingscircuit, - berekende boilertemperatuur van regelaars in BUS-verbinding.
BESCHRIJVING BASISWERKING WARMTEPOMP De warmtepomp (WP) kan in twee modi werken, afhankelijk van de instelling van de S7.1 parameter: - S7.1 = 1 - WP schakelt altijd in als verwarming nodig is en staat altijd aan. Als de buitentemperatuur daalt tot onder de limiet van de buitentemperatuur, die in- gesteld is met parameter S7.4, gaat de warmtepomp uit.
BESCHRIJVING BASISWERKING WARMWATER WARMWATERVERWARMING MET DE BOILER VOOR VLOEIBARE BRANDSTOF Stel de gevraagde warmwatertemperatuur voor de inactieve interval van het tijdprogramma met parameter P4.1 in. Als de boilertemperatuur de maximum boilertemperatuur overschrijdt (parameter S5.1), zal het warmwater opgewarmd worden tot de maximum temperatuur die met parameter S4.3 ingesteld is. Pomp voor warmwaterverwarming wordt vertraagd uitgeschakeld.
BESCHRIJVING BASISWERKING Om de elektrische verwarming te regelen, moeten een vermogenrelais en een thermische zekering aangesloten worden. PRIORITEIT VAN WARMWATERVERWARMING BOVEN KAMERVERWARMING Met parameters P4.2 en P4.3 kunt u de prioriteit van warmwaterverwarming boven kamerverwarming instellen. Bij direct verwarmingscircuit wordt voorgesteld de priorite- it op warmwaterverwarming te leggen.
BESCHRIJVING BASISWERKING WERKING VAN VERWARMINGSSYSTEMEN MET TWEE WARMTEBRONNEN K.. regelaars vertonen automatische werking van verwarmingssystemen met twee warmtebronnen, bijvoorbeeld met boilers voor vaste en vloeibare brandstof. Systemen kunnen werken met of zonder een warmteaccumulator. De hydraulische verbinding van de twee warmtebronnen kunnen parallel of serieel zijn. In een parallelle verbinding kan enkel één warmtebron werken, in een seriële verbinding kunnen beide warmtebronnen gelijktijdig werken.
Pagina 84
BESCHRIJVING BASISWERKING Wanneer de temperatuur van warmtebron B de temperatuur van warmtebron A nadert, wordt de schakelkraan op warmtebron B (punt 2) geplaatst. OVERGANG VAN BOILER VOOR VASTE BRANDSTOF OF WARMTEACCUMULATOR (B) NAAR BOILER VOOR VLOEIBARE BRANDSTOF (A) Als de temperatuur van warmtebron B onder de overgangstemperatuur PT (punt 3) valt en de vraag voor verwarming kan niet meer beantwoord worden, start het aftellen om warmtebron A op te starten.
BESCHRIJVING BASISWERKING WERKING VAN SCHAKELKRAAN MET TWEE WARMTEBRONNEN Voor bediening van de schakelkraan gebruikt u een 2-punts aandrijving met veerbedi- ende teruggang of een klassieke 2-punt aandrijving met gefaseerde terugslagfunctie. De punt op hydraulische schema’s geeft aan dat de stroming van de afsluitklep open is wanneer de aandrijving in basispositie staat.
BESCHRIJVING BASISWERKING SERIËLE VERBINDING Aanbevolen (standaard) instelling Optionele instelling S5.16=0 S5.16=1 R8 = OFF R8 = ON R8 = ON R8 = OFF LEGENDE: A - Boiler voor vloeibare brandstof B - boiler voor vaste brandstof of warmteaccumulator - stroom van de afsluitklep is open wanneer de aandrijving in basispositie staat. VERSCHILSCHAKELAAR De K..-controllers zijn voorzien van een programmeerbare differentiaalregelaar.
BESCHRIJVING BASISWERKING Vereiste parameterinstellingen voor toepassing met warmteaccumulator: S1.12 = 1 S6.16 = 2 Afbeelding 2 - Warmteaccumulator De uitgangen R9 en Y1 worden gebruikt om de pomp van de differentiaalregelaar te regelen. De uitgang R9 is een halfgeleiderrelais en maakt regeling van de toerental- regeling van de RPM-pomp mogelijk, en analoge uitgang Y1 maakt de regeling van de hoge-efficiëntie-pompsnelheid mogelijk met een extern PWM-stuursignaal of 0 ÷...
BESCHRIJVING BASISWERKING BRONBESTURING MET DE Y2-ANALOOG OUTPUT De regelaar maakt bronregeling mogelijk met het 0–10V-signaal op de Y2-analoge uitgang. Met de S7.11-parameter wordt de Y2-uitgangsbedieningsmodus ge- selecteerd en met de S7.12 tot S7.20-parameters kan de modus ook aan de bronvereisten worden aangepast. De warmtepompregeling wordt ook door de warmte- pompparameters beïnvloed.
BESCHRIJVING BASISWERKING WERKINGSMODI IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING VAN SENSOREN Buitensensor is niet verbonden of heeft een fout In zo een geval werkt de regelaar als een P-regelaar volgens de afwijking van de kamer- temperatuur. Als de kamertemperatuursensor ook defect is of niet aangesloten is, zal de regelaar een constante standbuistemperatuur behouden, nl: -25°C hoger als de ingestelde dag- of nachttemperatuur;...
INSTALLATIE REGELAAR Installeer de regelaar in een droge overdekte zone, uit de buurt van sterke elektromag- netische velden. De regelaar is voorzien voor installatie aan een muur of een boilerpa- neel met standaard uitsnijding van 205 x 92 mm. MUURINSTALLATIE Installatie aan een muur moet op de volgende manier uitgevoerd worden: 1.
INSTALLATIE REGELAAR INSTALLATIE OP DE UITSNIJDING VAN HET BOILERPANEEL Installatie op de uitsnijding van het boilerpaneel wordt op de volgende manier uitgevo- erd: 1. Schroef beide schroeven (a) van de regelaar (b) los en verwijder deze van de basisplaat (c). 2.
INSTALLATIE REGELAAR INSTALLATIE OP BOILER Installatie op de boiler met een montagesteun moet op de volgende manier uitgevoerd worden: 1. Plaats de steun op de aangegeven plaats en teken de gaten voor de kabeldoorvoer en de schroeven af. 2. Maak de openingen voor de kabeldoorvoer en boor de schroefgaten. 3.
ELEKTRISCHE REGELAAR AANSLUITING Elk project voor een verwarmingsregelaar moet gebaseerd zijn op berekenin- gen en plannen die uitsluitend van uzelf afkomstig zijn en in overeenstemming zijn met de geldende voorschriften. Afbeeldingen en teksten in deze handle- idingen dienen als voorbeelden en de uitgever is er niet verantwoordelijk voor. Aansprakelijkheid van de uitgevende instelling voor onprofessionele, foute of onjuiste informatie of gevolgschade wordt uitdrukkelijk uitgesloten.
VERBINDING VAN TEMPERATUURSENSOREN DOMPELSENSOR Een dompelsensor moet geïnstalleerd worden in de dompelbuis in de boiler, warmteaccumulator, warmwatertank, zonnecollectoren of ergens anders. Controleer of er een goed contact is tussen de sensor en de buis. Maak de sensor vast met een klem of schroef. OPPERVLAKTESENSOR Installeer de oppervlaktesensor op de standbuis boven de by-pass pomp of achter de mengkraan.
WARMWATERTANK GEBRUIK VAN TWEE SENSOREN De eerste sensor wordt halfweg de warmtewisselaar geplaatst, de twee in het bovenste derde deel van de verwarmer. In dit geval gebeurt de verwarming van het water volgens de bovenste sensor, het stoppen met verwarmen gebeurt via de onderste sensor.
KAMERUNIT RCD K.. regelaars maken aansluiting van kamerunit, die de kamertemperatuur meet en de instelling van de gewenste dag- en nachttemperatuur mogelijk maakt, en de selectie van de werkingsmodus mogelijk. Er kunnen tot twee kamerunits op een enkele regelaar aangesloten worden. INVLOED VAN DE KAMERUNIT RCD Om de invloed van de kamerunit ingesteld RCD de parameter S2.3 moet worden in- gesteld voor het circuit 1 en parameter S3.3 voor de circuit 2.
HET SYSTEEM OP MEERDERE VERWARMINGSCIRCUITS UITBREIDEN BUS-AANSLUITING VAN K.. EN WXD REGELAARS: Met een BUS-verbinding kan men de K.. regelaar en een willekeurig aantal WXD regelaars verbinden. De eerste of hoofdregelaar is altijd de K.. regelaar, die de warmte- bronnen feitelijk regelt, terwijl de WXD regelaars de verwarmingcircuits regelen. Belangrijk: Temperatuursensoren voor buiten en voor de boiler moeten altijd op de hoofdregelaar worden aangesloten.
Pagina 100
HET SYSTEEM OP MEERDERE VERWARMINGSCIRCUITS UITBREIDEN BUS-AANSLUITING VAN K.. EN WXD REGELAARS: Met een BUS-verbinding kan men de K.. regelaar en een willekeurig aantal CMP25 regelaars verbinden. De eerste of hoofdregelaar is altijd de K.. regelaar, die de warmte- bronnen feitelijk regelt, terwijl de CMP25 regelaars de verwarmingcircuits regelen. Belangrijk: Temperatuursensoren voor buiten en voor de boiler moeten altijd op de hoofdregelaar worden aangesloten.
Pagina 101
HET SYSTEEM OP MEERDERE VERWARMINGSCIRCUITS UITBREIDEN BUS-AANSLUITING VAN K.. EN WXD REGELAARS: Met een BUS-verbinding kan men de K.. regelaar en een willekeurig aantal MWR3 regelaars verbinden. De eerste of hoofdregelaar is altijd de K.. regelaar, die de warmtebronnen feitelijk regelt, terwijl de MWR3 regelaars de verwarmingcircuits rege- len.
VERBINDING VAN REGELAAR MET INTERNET CLOUD SERVICE HEATNEXT De communicatiemodule GWD3 wordt gebruikt voor toegang op afstand tot de verwarming regelaars via een internetverbinding met de HeatNext HeatNext-applicatie. De GWD3 is via een bekabelde verbinding met de verwarmingsregelaar verbonden. De GWD3 maakt verbinding met het Internet via een Wi-Fi-router (router), waardoor het met de service van de HeatNext-cloud communiceert.
INSTALLATIE EN AANSLUITING VAN VT VEILIGHEIDSBEGRENZER Bij vloer- of muurverwarming moet een VT veiligheidsbegrenzer aangesloten worden. Gebruik een (capillaire) wandbuis, oppervlak of een dompelthermostaat met een schakelcontact. Installeer het boven de standbuissensor. Stel de maximum toegestane standbuis- temperatuur voor vloerverwarming in (gewoonlijk tussen 40°C en 60°C) of de temperatuur die ten minste 5°C hoger is als de ingestelde maximum toegestane standbuistemperatuur in de regelaar - parameters 2.6 en S3.6.
VEILEIGHEIDSTEMPERATUURBE- GRENZER STB INSTALLEREN EN AANSLUITEN VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER STB INSTALLEREN Rol het capillair van de veiligheidstemperatuurbegrenzer STB af en steek het in de koker van de warmtebron van de boiler. Let erop dat het capillair goed contact maakt met de wand van de koker. VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER STB TESTEN Houd toets gedurende 5 seconden ingedrukt om de veiligheidstemperatuurbegren-...
Pagina 105
VEILEIGHEIDSTEMPERATUURBE- GRENZER STB INSTALLEREN EN AANSLUITEN U moet de veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten voordat u het normale gebruik kunt hervatten. Hiervoor moet u wachten tot de temperatuur van de warmtebron onder 100 °C is gezakt en dan met een geschikt gereedschap in het gat van de STB drukken. Als de veiligheidstemperatuurbegrenzer bij 110 °C ±...
DEFECT EN ONDERHOUD REGELAAR Wanneer de regelaar defect of beschadigd is, mag enkel de module naar de onder- houdsdienst gestuurd worden. De basis moet geïnstalleerd blijven zonder de kabel te ontkoppelen. Demonteer de regelaar op de volgende manier: Schroef de schroef (b) los en trek de regelaarmodule (a) naar u toe. Vervang de regelaarmodule of verstuur hem naar een geautoriseerd onderhoudscen- trum.
TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE KENMERKEN - BOILERCONTROLLER Afmetingen [l x b x h]: ....................211 x 96 x 52 mm Gewicht regelaar ..........................735 g Materiaal ......................ASA + PC - thermoplastic Voeding ..........................230 V AC, 50 Hz Eigen verbruik ............................5 VA Dwarsdoorsnede kabel ....................
OUDE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONI- SCHE APPARATEN AFDANKEN Oude elektrische en elektronische apparaten afdanken (van toepassing op de lidstaten van de Europese Unie en andere Europese landen met een gescheiden huisvuilophaling). Dit symbool op het product of de verpakking ervan toont aan dat het niet als huishoudelijk afval weggegooid mag worden: Het product moet naar inzamelpunten voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) gebracht worden.
HYDRAULISCHE SCHEMA’S HYDRAULISCHE SCHEMA’S BELANGRIJK LET OP: De installatieschema’s hebben betrekking op het bedrijfsprincipe en beschikken niet over alle hulp– en/of veiligheidselementen. Tijdens de montage de geldende voorschriften in acht nemen! LEGENDE - mogelijkheid tot vrije programmatie van differentieelregelaar - stroom van de afsluitklep is open wanneer de aandrijving in basispositie staat Schakelkranen moeten in eerste stand staan (zonder voltagebeheer), op de boiler voor vaste vloeistof of warmteaccumulator.