NL
ALGEMENE ONDERHOUDSINSTELLINGEN
Para-
Functie
meter
HYDRAULISCH
S1.1
SCHEMA
DEBLOKKEER-
S1.2
CODE VOOR
HET OPENEN
VAN DE ON-
DERHOUDSIN-
STELLINGEN
TYPE
S1.3
TEMPERATU-
URSENSOREN
S1.4
SELECTIE
VAN FUNCTIE
SENSOR T1
46
ONDERHOUDSPARAMETERS
Omschrijving
Keuze van het gewenste hydraulische
schema.
Het is mogelijk om de code te wijzigen
die noodzakelijk is om in het onderhouds-
menu te komen. (S en F parameters)
OPGELET! De nieuwe code dient zorg-
vuldig te worden bewaard, aangezien
zonder deze code geen wijzigingen in de
onderhoudsinstellingen kunnen worden
uitgevoerd.
Kies het type temperatuursensor Pt1000
of KTY10.
Hiermee wordt de functie bepaald van
sensor T1:
0- Geen sensor
1- RF1, kamertemperatuursensor voor het
eerste circuit
2- EF1, sensor voor beveiliging van de
maximale temperatuur van de vloer voor
het eerste circuit. De hoogste temperatu-
ur wordt met parameter S2.11. ingesteld.
3- RLF1, retoursensor van het mengcircuit
1. Activeert de begrenzing van het maxi-
male verschil tussen aanvoer en retour en
daarmee het maximale vermogen van het
verwarmingscircuit. Het verschil wordt
met parameter S2.14 ingesteld.
4- BF3, sensor van de proceswatercir-
culatie. De sensor wordt gepositioneerd
aan het uiteinde van de proceswaterbuis.
Wanneer de regelaar een plotselinge tem-
peratuurverhoging registreert, dan wordt
de proceswatercirculatie ingeschakeld. De
looptijd van de pomp wordt met param-
eter P4.8 ingesteld.
Instelmogeli-
jkheden
Afhankelijk
van het type
regelaar
0000 - 9999 0001
0- PT1000
1- KTY10
0- GEEN
SENSOR
1- RF1
2- EF1
3- RLF1
4- BF3
5- SVS
6- BF2
7- AGF
8- RFHP
9- RLKF
10- AGFTK
Handleiding onderhoud instellingen
Waarde
/
0
1