1 Introductie
1.1 Toepassingsdoel
WM 110 TD
Het apparaat WM 110 TD is bestemd voor de beademing van patiënten die over een
eigen ademaandrijving beschikken. Het kan worden gebruikt bij patiënten die een
lichaamsgewicht van meer dan 10 kg en een ventilatorische insufficiëntie hebben. Het
kan in stationaire en mobiele werking zowel thuis als ook in het ziekenhuis worden
toegepast.
WM 120 TD
Het apparaat WM 120 TD is bestemd voor de beademing van patiënten die over een
eigen ademaandrijving beschikken. Het kan worden gebruikt bij patiënten die een
lichaamsgewicht van meer dan 10 kg en een ventilatorische insufficiëntie hebben. Het
kan in stationaire en mobiele werking zowel thuis als ook in het ziekenhuis worden
toegepast.
1.2 Functiebeschrijving
Het apparaat kan zowel met niet-invasieve als ook met invasieve beademingsingangen
worden gebruikt.
Een turbine zuigt omgevingslucht aan via een filter en transporteert deze met
therapiedruk door de ademslang en de beademingsingang naar de patiënt. Op basis
van de geregistreerde signalen van de druk- en flowsensoren wordt de turbine
conform de ademfasen bestuurd.
Het bedieningsoppervlak is bestemd voor de weergave en instelling van de
beschikbare parameters en alarmen.
Het apparaat kan zowel met een ademslang met lekkagesysteem als ook met een
ademslang met patiëntenventiel (alleen prisma VENT50) worden gebruikt. Bij de
ademslang met lekkagesysteem wordt via een uitademsysteem de CO
uitademlucht continu uitgespoeld. Bij de ademslang met patiëntenventiel (alleen
prisma VENT50) wordt de uitademing van de patiënt via het patiëntenventiel gestuurd.
Wanneer het apparaat over een ingebouwde accu beschikt, kan het bij netuitval
onderbrekingsvrij verder worden gebruikt.
De therapiegegevens worden op de SD-kaart opgeslagen en kunnen door middel van
PC-software worden geëvalueerd.
1.3 Gebruikerskwalificaties
De persoon die het apparaat bedient, wordt in deze gebruiksaanwijzing aangeduid als
gebruiker. Een patiënt is de persoon die wordt behandeld.
|
4
NL
1 Introductie
-houdende
2