5. Apparaat inschakelen.
6. Opening van het ademmasker afsluiten.
7. Weergegeven druk in het display vergelijken met de voorgeschreven druk.
8. Om de alarmfunctie te controleren:
•
Let er bij het inschakelen op, dat de alarmbevestigingstoets
rood gaat branden.
•
Trek de ademslang van het apparaat.
Het alarm disconnectie wordt geactiveerd en er klinkt een alarmsignaal.
9. Wanneer er een interne accu aanwezig is:
•
apparaat loskoppelen van de netvoorziening.
Er klinkt een alarm. De accu neemt de stroomvoorziening over.
•
Apparaat op de netvoorziening aansluiten.
De netspanningindicatie brandt groen.
10. Wanneer een van de punten niet in orde is of de drukafwijking > 1 hPa is:
Apparaat niet gebruiken en contact opnemen met uw vakhandel.
|
30
NL
7 Functiecontrole
eerst geel en dan