Gevaar voor letsel door het gebruik van verkeerde beademingsprogramma's
Het gebruik van beademingsprogramma's die niet individueel werden geconfigureerd,
kan leiden tot een verkeerde therapie en de patiënt in gevaar brengen.
⇒
Beademingsprogramma's alleen gebruiken wanneer ze voor de desbetreffende
patiënt werden geconfigureerd.
1. Programmatoets
2. Programma met de draaiknop selecteren en bevestigen.
4.8 LIAM
LIAM (Lung Insuflation Assist Maneuver) is bestemd voor de ondersteuning van
hoestprocessen of voor de zuchtbeademing.
Voorwaarde
De therapie loopt.
1. LIAM-toets
Het apparaat schakelt in de LIAM-modus en het proces wordt synchroon tot de
volgende inademing gestart.
2. Om LIAM af te breken: LIAM-toets
Het proces wordt afgebroken. Het apparaat schakelt in de stand-by modus.
4.9 SD-kaart (optioneel) gebruiken
Wanneer er een SD-kaart beschikbaar is, slaat het apparaat de therapiegegevens
automatisch op der SD-kaart op. Een SD-kaart is voor de werking van het apparaat niet
noodzakelijk. De therapiegegevens en instellingen worden bovendien intern in het
apparaat opgeslagen.
Gegevensverlies bij stroomonderbreking!
Wanneer het apparaat tijdens het opslaan van de stroomvoorziening wordt
gescheiden, kunnen gegevens verloren gaan.
⇒
Apparaat tijdens het opslaan (SD-kaartsymbool
stroomvoorziening laten.
|
20
NL
indrukken.
indrukken.
4 Voorbereiding en bediening
opnieuw indrukken.
knippert) aan de